Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. stingande:
  2. stinga:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor stingande (Zweeds) in het Nederlands

stingande:

stingande bijvoeglijk naamwoord

  1. stingande
    stekend

Vertaal Matrix voor stingande:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
stekend stingande

Synoniemen voor "stingande":


stinga:

stinga werkwoord (stinger, stack, stungit)

  1. stinga (sticka)
    steken; prikken; steken geven
    • steken werkwoord (steek, steekt, stak, staken, gestoken)
    • prikken werkwoord (prik, prikt, prikte, prikten, geprikt)
    • steken geven werkwoord (geef steken, geeft steken, gaf steken, gaven steken, steken gegeven)

Conjugations for stinga:

presens
  1. stinger
  2. stinger
  3. stinger
  4. stinger
  5. stinger
  6. stinger
imperfekt
  1. stack
  2. stack
  3. stack
  4. stack
  5. stack
  6. stack
framtid 1
  1. kommer att stinga
  2. kommer att stinga
  3. kommer att stinga
  4. kommer att stinga
  5. kommer att stinga
  6. kommer att stinga
framtid 2
  1. skall stinga
  2. skall stinga
  3. skall stinga
  4. skall stinga
  5. skall stinga
  6. skall stinga
conditional
  1. skulle stinga
  2. skulle stinga
  3. skulle stinga
  4. skulle stinga
  5. skulle stinga
  6. skulle stinga
perfekt particip
  1. har stungit
  2. har stungit
  3. har stungit
  4. har stungit
  5. har stungit
  6. har stungit
imperfekt particip
  1. hade stungit
  2. hade stungit
  3. hade stungit
  4. hade stungit
  5. hade stungit
  6. hade stungit
blandad
  1. sting!
  2. sting!
  3. stungen
  4. stingande
1. jag, 2. du/ni, 3. han/hon/den/det, 4. vi, 5. ni, 6. de

Vertaal Matrix voor stinga:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
prikken sticka; stinga
steken sticka; stinga
steken geven sticka; stinga