Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. trappor:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor trappor (Zweeds) in het Nederlands

trappor:

trappor zelfstandig naamwoord

  1. trappor
    de trap
    – schuin bouwsel met treden waarlangs je naar boven of beneden kunt 1
    • trap [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
      • hij gaat via de trap naar boven1
    het trapje
    • trapje [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor trappor:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
trap trappor njutning; nöje; spark; trap; trapplopp; trappuppgång
trapje trappor

Verwante vertalingen van trappor