Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. tvätt:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor tvätt (Zweeds) in het Nederlands

tvätt:

tvätt [-en] zelfstandig naamwoord

  1. tvätt
    het wasgoed; de was
    • wasgoed [het ~] zelfstandig naamwoord
    • was [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor tvätt:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
was tvätt
wasgoed tvätt tvättning

Synoniemen voor "tvätt":

  • byk

Wiktionary: tvätt


Cross Translation:
FromToVia
tvätt strijkgoed ironing — laundry that has recently been ironed
tvätt was laundry — laundering; washing
tvätt was; wasgoed laundry — that which needs to be laundered
tvätt was WäschePlural ungebräuchlich: Gesamtheit mehrerer Kleidungs- und Textilstücke, die kürzlich gewaschen wurden oder gewaschen werden sollen
tvätt was Wäsche — der Vorgang des Waschens von [1]

Verwante vertalingen van tvätt