Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. uniform:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor uniform (Zweeds) in het Nederlands

uniform:

uniform [-en] zelfstandig naamwoord

  1. uniform
    de uniform; de tenue
    • uniform [de ~] zelfstandig naamwoord
    • tenue [de ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor uniform:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tenue uniform kläder; klädslar; kostym; plagg; utstyrslar
uniform uniform
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
uniform enformig; enformigt

Synoniemen voor "uniform":


Wiktionary: uniform


Cross Translation:
FromToVia
uniform uniform uniform — distinctive outfit as a means of identifying members of a group
uniform uniform uniformecostume dont la forme, la couleur, les dispositions sont les mêmes pour tous ceux qui faire partie d’un même groupe.

Verwante vertalingen van uniform