Utsmyckning in het Nederlands vertaald uit het Zweeds

Overzicht

Zweeds naar Nederlands: Meer gegevens...

utsmyckning:
- versiering; opsmuk; opschik; smuk; juweel; bijou; sieraad; sierstuk
Wiktionary:
- utsmyckning → versiering

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor utsmyckning (Zweeds) in het Nederlands

utsmyckning (dekoration)
de versiering; de opsmuk; de opschik; de smuk
- versiering [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- opsmuk [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- opschik [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- smuk [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
utsmyckning (smycken)
het juweel; het bijou; het sieraad
- juweel [het ~] zelfstandig naamwoord
- bijou [het ~] zelfstandig naamwoord
- sieraad [het ~] zelfstandig naamwoord
utsmyckning (ornament)
het sierstuk; het sieraad
- sierstuk [het ~] zelfstandig naamwoord
- sieraad [het ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bijou	smycken; utsmyckning
juweel	smycken; utsmyckning
opschik	dekoration; utsmyckning
opsmuk	dekoration; utsmyckning
sieraad	ornament; smycken; utsmyckning
sierstuk	ornament; utsmyckning
smuk	dekoration; utsmyckning
versiering	dekoration; utsmyckning	dekoration; heminredning; påklädning; utrustning

utsmyckning

noun