Zweeds

Uitgebreide vertaling voor vred (Zweeds) in het Nederlands

vred:

vred [-ett] zelfstandig naamwoord

  1. vred (knopp; kula; knapp; handtag; knöl)
    de knoest; de knobbel; de kwast
    • knoest [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • knobbel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • kwast [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor vred:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
knobbel handtag; knapp; knopp; knöl; kula; vred begåvelse; möjlighet; svullnad; talang; tumör
knoest handtag; knapp; knopp; knöl; kula; vred
kwast handtag; knapp; knopp; knöl; kula; vred clown; fjant; fån; sprätt; tönt

Synoniemen voor "vred":


Wiktionary: vred


Cross Translation:
FromToVia
vred woede colèreréaction vif et parfois violente contre ce qui blesser un sentiment.

vred vorm van vrida:

vrida werkwoord (vrider, vred, vridit)

  1. vrida (vända sig om)
    keren; draaien; omdraaien; wenden
    • keren werkwoord (keer, keert, keerde, keerden, gekeerd)
    • draaien werkwoord (draai, draait, draaide, draaiden, gedraaid)
    • omdraaien werkwoord (draai om, draait om, draaide om, draaiden om, omgedraaid)
    • wenden werkwoord (wend, wendt, wendde, wendden, gewend)
  2. vrida (bryta; bräcka; vricka; bända)
    wrikken
    • wrikken werkwoord (wrik, wrikt, wrikte, wrikten, gewrikt)
  3. vrida (rycka; bända)

Conjugations for vrida:

presens
  1. vrider
  2. vrider
  3. vrider
  4. vrider
  5. vrider
  6. vrider
imperfekt
  1. vred
  2. vred
  3. vred
  4. vred
  5. vred
  6. vred
framtid 1
  1. kommer att vrida
  2. kommer att vrida
  3. kommer att vrida
  4. kommer att vrida
  5. kommer att vrida
  6. kommer att vrida
framtid 2
  1. skall vrida
  2. skall vrida
  3. skall vrida
  4. skall vrida
  5. skall vrida
  6. skall vrida
conditional
  1. skulle vrida
  2. skulle vrida
  3. skulle vrida
  4. skulle vrida
  5. skulle vrida
  6. skulle vrida
perfekt particip
  1. har vridit
  2. har vridit
  3. har vridit
  4. har vridit
  5. har vridit
  6. har vridit
imperfekt particip
  1. hade vridit
  2. hade vridit
  3. hade vridit
  4. hade vridit
  5. hade vridit
  6. hade vridit
blandad
  1. vrid!
  2. vrid!
  3. vridande
1. jag, 2. du/ni, 3. han/hon/den/det, 4. vi, 5. ni, 6. de

Vertaal Matrix voor vrida:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
draaien vändande
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
draaien vrida; vända sig om rotering; snurra; svänga; svänga runt; virvla; vända; vända sig
keren vrida; vända sig om snurra; vända; återvända
omdraaien vrida; vända sig om
wenden vrida; vända sig om snurra; svänga; vända; vända sig
wrikken bryta; bräcka; bända; vricka; vrida baxa; bryta; bända; lyfta med hävstång
zich wringen bända; rycka; vrida

Synoniemen voor "vrida":


Wiktionary: vrida


Cross Translation:
FromToVia
vrida draaien; keren; omdraaien; ronddraaien; wenden; wentelen; zwenken; retourneren; terugbezorgen; terugsturen; terugwijzen; heruitzenden; mengen; mixen; temperen; vermengen; verwarren; wassen; omkeren retourneraller de nouveau en un lieu.
vrida wringen tordre — Tourner un corps long et flexible par ses deux extrémités en sens contraire.
vrida aandoen; aandraaien; aansteken; schakelen; inschakelen tourner — Traductions à trier suivant le sens