Home ->Woordenboeken ->Zweeds/Zweeds ->Vertaal anseende

Synoniemen voor "anseende" in het Zweeds

Overzicht

Zweeds Synoniemen: Meer gegevens...

anseende:
- anseende; rykte; reputation; ansikte; utseende; anlete; status; prestige
anse:
- tycka; finna; mena; anse

Zweeds

Uitgebreide synoniemen voor anseende in het Zweeds

anseende:

anseende [-ett] zelfstandig naamwoord

anseende
anseende; rykte; reputation
- anseende [-ett] zelfstandig naamwoord
- rykte [-ett] zelfstandig naamwoord
- reputation zelfstandig naamwoord
anseende
ansikte; anseende; utseende; anlete
- ansikte [-ett] zelfstandig naamwoord
- anseende [-ett] zelfstandig naamwoord
- utseende [-ett] zelfstandig naamwoord
- anlete [-ett] zelfstandig naamwoord
anseende
status; anseende; prestige
- status [-en] zelfstandig naamwoord
- anseende [-ett] zelfstandig naamwoord
- prestige [-en] zelfstandig naamwoord

Alternatieve synoniemen voor "anseende":

aktning; rykte

anseende vorm van anse:

anse werkwoord (anser, ansåg, ansett)

anse
tycka; finna; mena; anse
- tycka werkwoord (tycker, tyckte, tyckt)
- finna werkwoord (finner, fann, funnit)
- mena werkwoord (menar, menade, menat)
- anse werkwoord (anser, ansåg, ansett)

Conjugations for anse:

presens

anser
anser
anser
anser
anser
anser

imperfekt

ansåg
ansåg
ansåg
ansåg
ansåg
ansåg

framtid 1

kommer att anse
kommer att anse
kommer att anse
kommer att anse
kommer att anse
kommer att anse

framtid 2

skall anse
skall anse
skall anse
skall anse
skall anse
skall anse

conditional

skulle anse
skulle anse
skulle anse
skulle anse
skulle anse
skulle anse

perfekt particip

har ansett
har ansett
har ansett
har ansett
har ansett
har ansett

imperfekt particip

hade ansett
hade ansett
hade ansett
hade ansett
hade ansett
hade ansett

blandad

anse!
anse!
ansedd
anseende

1. jag, 2. du/ni, 3. han/hon/den/det, 4. vi, 5. ni, 6. de

Alternatieve synoniemen voor "anse":

mena; tycka; påpeka

Verwante synoniemen voor anseende