Zweedse synoniemen van avbrott, ander woord voor avbrott

Overzicht

Zweeds Synoniemen: Meer gegevens...

avbrott:
- avbrott; inbrytande; avbrytande; paus; uppehåll; ferier; parlamentsuppehåll; intervall; förstörelse; tillintetgörelse; avbrottsbegäran; IRQ

Zweeds

Uitgebreide synoniemen voor avbrott in het Zweeds

avbrott
avbrott; inbrytande
- avbrott [-ett] zelfstandig naamwoord
- inbrytande zelfstandig naamwoord
avbrott
avbrott; avbrytande
- avbrott [-ett] zelfstandig naamwoord
- avbrytande zelfstandig naamwoord
avbrott
paus; uppehåll; avbrott
- paus [-en] zelfstandig naamwoord
- uppehåll [-ett] zelfstandig naamwoord
- avbrott [-ett] zelfstandig naamwoord
avbrott
paus; avbrott; ferier; parlamentsuppehåll
- paus [-en] zelfstandig naamwoord
- avbrott [-ett] zelfstandig naamwoord
- ferier zelfstandig naamwoord
- parlamentsuppehåll zelfstandig naamwoord
avbrott
avbrott; intervall
- avbrott [-ett] zelfstandig naamwoord
- intervall [-ett] zelfstandig naamwoord
avbrott
förstörelse; tillintetgörelse; avbrott
- förstörelse [-en] zelfstandig naamwoord
- tillintetgörelse [-en] zelfstandig naamwoord
- avbrott [-ett] zelfstandig naamwoord
avbrott
uppehåll; avbrott; paus; avbrytande
- uppehåll [-ett] zelfstandig naamwoord
- avbrott [-ett] zelfstandig naamwoord
- paus [-en] zelfstandig naamwoord
- avbrytande zelfstandig naamwoord
avbrott
avbrott; avbrottsbegäran; IRQ
- avbrott [-ett] zelfstandig naamwoord
- avbrottsbegäran
- IRQ