Zweeds

Uitgebreide synoniemen voor grovt in het Zweeds

grovt:

grovt bijvoeglijk naamwoord

  1. grovt
    grovt; rått; oanständig; ohyfsad; plumpt; plump; oanständigt; ohyfsat
  2. grovt
    grov; allmänt; grovt; simpel; simpelt
  3. grovt
    svårt; sträng; ; grovt; strängt; råt
    • svårt bijvoeglijk naamwoord
    • sträng bijvoeglijk naamwoord
    • bijvoeglijk naamwoord
    • grovt bijvoeglijk naamwoord
    • strängt bijvoeglijk naamwoord
    • råt bijvoeglijk naamwoord
  4. grovt
    grov; grovt; rått; knottrig; skrovlig; ojämnt; knottrigt; skrovligt
  5. grovt
    grovt; krass; krasst
    • grovt bijvoeglijk naamwoord
    • krass bijvoeglijk naamwoord
    • krasst bijvoeglijk naamwoord
  6. grovt
    grov; grovt; ouppfostrad; oförskämt; ohyfsad; ohyfsat; ohövligt; ouppfostrat
  7. grovt
    hård; hårdhudad; tufft; råbarkat; tuff; hårt; grovt; våldsamt; hårdhudat
  8. grovt
    grov; snuskig; grovt; snuskigt; banalt; under bältet; obscent

Alternatieve synoniemen voor "grovt":


Verwante synoniemen voor grovt