Overzicht


Zweeds

Uitgebreide synoniemen voor jacka in het Zweeds

jacka:

jacka [-en] zelfstandig naamwoord

  1. jacka
    jacka; blus
    • jacka [-en] zelfstandig naamwoord
    • blus [-en] zelfstandig naamwoord
  2. jacka
    jacka; rock; kappa; päls; mantel; överrock
    • jacka [-en] zelfstandig naamwoord
    • rock [-en] zelfstandig naamwoord
    • kappa [-en] zelfstandig naamwoord
    • päls [-en] zelfstandig naamwoord
    • mantel [-en] zelfstandig naamwoord
    • överrock [-en] zelfstandig naamwoord
  3. jacka
    jacka
    • jacka [-en] zelfstandig naamwoord
  4. jacka
    jacka; kofta; kort rock
    • jacka [-en] zelfstandig naamwoord
    • kofta [-en] zelfstandig naamwoord
    • kort rock zelfstandig naamwoord
  5. jacka
    kavaj; jacka
    • kavaj [-en] zelfstandig naamwoord
    • jacka [-en] zelfstandig naamwoord
  6. jacka
    jacka; omslag
    • jacka [-en] zelfstandig naamwoord
    • omslag [-ett] zelfstandig naamwoord

Alternatieve synoniemen voor "jacka":

  • ytterjacka

Verwante synoniemen voor jacka