Zweeds

Uitgebreide synoniemen voor knöl in het Zweeds

knöl:

knöl [-en] zelfstandig naamwoord

  1. knöl
    knöl; skithuvud; skitig bastard
  2. knöl
    dåre; knöl
    • dåre [-en] zelfstandig naamwoord
    • knöl [-en] zelfstandig naamwoord
  3. knöl
    knöl
    • knöl [-en] zelfstandig naamwoord
  4. knöl
    hinder; knöl; ojämnhet
    • hinder [-ett] zelfstandig naamwoord
    • knöl [-en] zelfstandig naamwoord
    • ojämnhet [-en] zelfstandig naamwoord
  5. knöl
    knöl; kruka; ynkrygg; byracka; hundracka
    • knöl [-en] zelfstandig naamwoord
    • kruka [-en] zelfstandig naamwoord
    • ynkrygg [-en] zelfstandig naamwoord
    • byracka [-en] zelfstandig naamwoord
    • hundracka [-en] zelfstandig naamwoord
  6. knöl
    kula; knopp; knapp; handtag; knöl; vred
    • kula [-en] zelfstandig naamwoord
    • knopp [-en] zelfstandig naamwoord
    • knapp [-en] zelfstandig naamwoord
    • handtag [-ett] zelfstandig naamwoord
    • knöl [-en] zelfstandig naamwoord
    • vred [-ett] zelfstandig naamwoord
  7. knöl
    knöl; bula; svullnad
    • knöl [-en] zelfstandig naamwoord
    • bula [-en] zelfstandig naamwoord
    • svullnad [-en] zelfstandig naamwoord

Alternatieve synoniemen voor "knöl":


Verwante synoniemen voor knöl