Zweeds

Uitgebreide synoniemen voor lön in het Zweeds

lön:

lön [-en] zelfstandig naamwoord

  1. lön
    lön; inkomst; betalning; avlöning
    • lön [-en] zelfstandig naamwoord
    • inkomst [-en] zelfstandig naamwoord
    • betalning [-en] zelfstandig naamwoord
    • avlöning [-en] zelfstandig naamwoord
  2. lön
    lön; avlöning
    • lön [-en] zelfstandig naamwoord
    • avlöning [-en] zelfstandig naamwoord
  3. lön
    lön; inkomst; betalning
    • lön [-en] zelfstandig naamwoord
    • inkomst [-en] zelfstandig naamwoord
    • betalning [-en] zelfstandig naamwoord
  4. lön
    ersättning; lön; kompensation
  5. lön
    betalning; lön
    • betalning [-en] zelfstandig naamwoord
    • lön [-en] zelfstandig naamwoord
  6. lön
    lön
    • lön [-en] zelfstandig naamwoord
  7. lön
    gengäld; vedergällning; lön

Alternatieve synoniemen voor "lön":


Verwante synoniemen voor lön