Overzicht
Zweeds Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. manick:


Zweeds

Uitgebreide synoniemen voor manick in het Zweeds

manick:

manick [-en] zelfstandig naamwoord

  1. manick
    grej; apparat; pryl; manick
    • grej [-en] zelfstandig naamwoord
    • apparat [-en] zelfstandig naamwoord
    • pryl [-en] zelfstandig naamwoord
    • manick [-en] zelfstandig naamwoord
  2. manick
    grej; pryl; manick
    • grej [-en] zelfstandig naamwoord
    • pryl [-en] zelfstandig naamwoord
    • manick [-en] zelfstandig naamwoord

Alternatieve synoniemen voor "manick":