Overzicht
Zweeds Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. nöd:


Zweeds

Uitgebreide synoniemen voor nöd in het Zweeds

nöd:

nöd [-en] zelfstandig naamwoord

  1. nöd
    brist; nöd; armod; obestånd
    • brist [-en] zelfstandig naamwoord
    • nöd [-en] zelfstandig naamwoord
    • armod [-ett] zelfstandig naamwoord
    • obestånd zelfstandig naamwoord

Alternatieve synoniemen voor "nöd":


Verwante synoniemen voor nöd