Zweeds

Uitgebreide synoniemen voor pengar in het Zweeds

pengar:

pengar zelfstandig naamwoord

  1. pengar
    stålar; pengar; deg; klöver
    • stålar zelfstandig naamwoord
    • pengar zelfstandig naamwoord
    • deg [-en] zelfstandig naamwoord
    • klöver [-en] zelfstandig naamwoord
  2. pengar
    pengar; förmögenhet; finans medel
  3. pengar
    pengar; slant; penning
    • pengar zelfstandig naamwoord
    • slant [-en] zelfstandig naamwoord
    • penning [-en] zelfstandig naamwoord
  4. pengar
    ören; kronor; småpengar; pengar; mynt
  5. pengar
    pengar
    • pengar zelfstandig naamwoord
  6. pengar
    pengar; Valuta

Alternatieve synoniemen voor "pengar":


Verwante synoniemen voor pengar