Overzicht


Zweeds

Uitgebreide synoniemen voor spång in het Zweeds

spång:

spång [-en] zelfstandig naamwoord

  1. spång
    gång; spång; passage; landgång; fallrep
    • gång [-en] zelfstandig naamwoord
    • spång [-en] zelfstandig naamwoord
    • passage [-en] zelfstandig naamwoord
    • landgång [-en] zelfstandig naamwoord
    • fallrep [-ett] zelfstandig naamwoord
  2. spång
    spång; bräda över dike
  3. spång
    spång
    • spång [-en] zelfstandig naamwoord