Overzicht


Zweeds

Uitgebreide synoniemen voor stapel in het Zweeds

stapel:

stapel [-en] zelfstandig naamwoord

  1. stapel
    stack; stapel
    • stack [-en] zelfstandig naamwoord
    • stapel [-en] zelfstandig naamwoord
  2. stapel
    stapel; rörelse uppåt; stapel i skrift
  3. stapel
    hög; stack; stapel; trave
    • hög zelfstandig naamwoord
    • stack [-en] zelfstandig naamwoord
    • stapel [-en] zelfstandig naamwoord
    • trave [-en] zelfstandig naamwoord
  4. stapel
    spalt; stapel; kolumn

Alternatieve synoniemen voor "stapel":


Verwante synoniemen voor stapel