Overzicht
Zweeds Synoniemen: Meer gegevens...
-
tillfälligt:
- tillfälligt; oförutsedd; oförutsett; tillfällig; förbipasserande; flyktigt; ibland; temporärt; provisoriskt; kortvarig; kortvarigt; tidsbegränsad; tidsbegränsat; otvungen; oberört; otvunget; lättvindit; lättvindig; temporär; erättnings-; slumpartad; slumpmässigt; slumpmässig; slumpartat; ögonblickligt; just nu; kortlivad; kortlivat
- tillfälligt; under tiden
Zweeds
Uitgebreide synoniemen voor tillfälligt in het Zweeds
tillfälligt:
-
tillfälligt
tillfälligt; oförutsedd; oförutsett-
tillfälligt bijvoeglijk naamwoord
-
oförutsedd bijvoeglijk naamwoord
-
oförutsett bijvoeglijk naamwoord
-
-
tillfälligt
tillfälligt; tillfällig; förbipasserande; flyktigt-
tillfälligt bijvoeglijk naamwoord
-
tillfällig bijvoeglijk naamwoord
-
förbipasserande bijvoeglijk naamwoord
-
flyktigt bijvoeglijk naamwoord
-
-
tillfälligt
ibland; tillfällig; tillfälligt-
ibland bijvoeglijk naamwoord
-
tillfällig bijvoeglijk naamwoord
-
tillfälligt bijvoeglijk naamwoord
-
-
tillfälligt
temporärt; tillfälligt; tillfällig; provisoriskt; kortvarig; kortvarigt-
temporärt bijvoeglijk naamwoord
-
tillfälligt bijvoeglijk naamwoord
-
tillfällig bijvoeglijk naamwoord
-
provisoriskt bijvoeglijk naamwoord
-
kortvarig bijvoeglijk naamwoord
-
kortvarigt bijvoeglijk naamwoord
-
-
tillfälligt
temporärt; provisoriskt; tillfällig; tillfälligt; tidsbegränsad; tidsbegränsat-
temporärt bijvoeglijk naamwoord
-
provisoriskt bijvoeglijk naamwoord
-
tillfällig bijvoeglijk naamwoord
-
tillfälligt bijvoeglijk naamwoord
-
tidsbegränsad bijvoeglijk naamwoord
-
tidsbegränsat bijvoeglijk naamwoord
-
-
tillfälligt
-
tillfälligt
otvungen; tillfällig; tillfälligt; oberört; otvunget; lättvindit; flyktigt; lättvindig-
otvungen bijvoeglijk naamwoord
-
tillfällig bijvoeglijk naamwoord
-
tillfälligt bijvoeglijk naamwoord
-
oberört bijvoeglijk naamwoord
-
otvunget bijvoeglijk naamwoord
-
lättvindit bijvoeglijk naamwoord
-
flyktigt bijvoeglijk naamwoord
-
lättvindig bijvoeglijk naamwoord
-
-
tillfälligt
temporärt; tillfälligt; temporär; erättnings--
temporärt bijvoeglijk naamwoord
-
tillfälligt bijvoeglijk naamwoord
-
temporär bijvoeglijk naamwoord
-
erättnings- bijvoeglijk naamwoord
-
-
tillfälligt
slumpartad; slumpmässigt; tillfälligt; slumpmässig; slumpartat-
slumpartad bijvoeglijk naamwoord
-
slumpmässigt bijvoeglijk naamwoord
-
tillfälligt bijvoeglijk naamwoord
-
slumpmässig bijvoeglijk naamwoord
-
slumpartat bijvoeglijk naamwoord
-
-
tillfälligt
ögonblickligt; tillfällig; tillfälligt; just nu-
ögonblickligt bijvoeglijk naamwoord
-
tillfällig bijvoeglijk naamwoord
-
tillfälligt bijvoeglijk naamwoord
-
just nu bijvoeglijk naamwoord
-
-
tillfälligt
tillfällig; tillfälligt; kortlivad; flyktigt; kortlivat-
tillfällig bijvoeglijk naamwoord
-
tillfälligt bijvoeglijk naamwoord
-
kortlivad bijvoeglijk naamwoord
-
flyktigt bijvoeglijk naamwoord
-
kortlivat bijvoeglijk naamwoord
-
-
tillfälligt