Overzicht
Zweeds Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. timmer:


Zweeds

Uitgebreide synoniemen voor timmer in het Zweeds

timmer:

timmer [-ett] zelfstandig naamwoord

  1. timmer
    ved; timmer
    • ved [-en] zelfstandig naamwoord
    • timmer [-ett] zelfstandig naamwoord
  2. timmer
    timmer; trävaror

timmer bijvoeglijk naamwoord

  1. timmer
    timmer
    • timmer bijvoeglijk naamwoord

Alternatieve synoniemen voor "timmer":


Verwante synoniemen voor timmer