Zweeds

Uitgebreide synoniemen voor uppgift in het Zweeds

uppgift:

uppgift [-en] zelfstandig naamwoord

  1. uppgift
    uppgift; syssla; jobb
    • uppgift [-en] zelfstandig naamwoord
    • syssla [-en] zelfstandig naamwoord
    • jobb [-ett] zelfstandig naamwoord
  2. uppgift
    jobb; uppgift; syssla; arbete
    • jobb [-ett] zelfstandig naamwoord
    • uppgift [-en] zelfstandig naamwoord
    • syssla [-en] zelfstandig naamwoord
    • arbete [-ett] zelfstandig naamwoord
  3. uppgift
    problem; uppgift
    • problem [-ett] zelfstandig naamwoord
    • uppgift [-en] zelfstandig naamwoord
  4. uppgift
    order; instruktion; befallning; uppgift; anvisning; vink; stickreplik
  5. uppgift
    uppgift; uppgifter; att göra-poster
  6. uppgift
    uppgift
    • uppgift [-en] zelfstandig naamwoord

Alternatieve synoniemen voor "uppgift":


Verwante synoniemen voor uppgift