Overzicht
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. agile:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor agile (Engels) in het Zweeds

agile:

agile bijvoeglijk naamwoord

  1. agile (fast; quick; rapid; )
    fort
    • fort bijvoeglijk naamwoord
  2. agile (alert; brisk; rapid; quick; smart)
    vaken; snabb; kvickt; snabbt; vaket
    • vaken bijvoeglijk naamwoord
    • snabb bijvoeglijk naamwoord
    • kvickt bijvoeglijk naamwoord
    • snabbt bijvoeglijk naamwoord
    • vaket bijvoeglijk naamwoord
  3. agile (agitated; excited; aroused; heated; fluttered)
    upphetsatt; het; hett
    • upphetsatt bijvoeglijk naamwoord
    • het bijvoeglijk naamwoord
    • hett bijvoeglijk naamwoord

agile

  1. agile (lithe; supple)

Vertaal Matrix voor agile:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fort abstention; abstination; abstinence; bastion; citadel; fast; fortification; fortress; rapid; stronghold
kvickt rapid
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
het agile; agitated; aroused; excited; fluttered; heated ardent; fervent; fierce; hot; hot-blooded; hot-tempered; impassioned; intense; keen; passionate; temperamental; temperamentful
- nimble; quick; spry
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
vig agile; lithe; supple
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fort adroit; agile; brisk; clever; dexterous; expert; fast; fledged; handy; neat; nimble; quick; rapid; skilful; skillful; speedy; swift very soon
hett agile; agitated; aroused; excited; fluttered; heated ardent; excited; exciting; fervent; fierce; heated; horny; hot; hot-blooded; hot-tempered; intense; lascivious; passionate; randy; temperamental; temperamentful
kvickt agile; alert; brisk; quick; rapid; smart acute; biting; bright; clever; intelligent; keen; right-thinking; sane; sensible; sharp-minded; sharpwitted; smart; wise
snabb agile; alert; brisk; quick; rapid; smart brief; cursory; fast; hasty; hurriedly; in a hurry; in haste; quickly; soon; speedily
snabbt agile; alert; brisk; quick; rapid; smart abruptly; all of a sudden; brief; cursory; fast; hasty; prompt; quick; quickly; rapid; soon; speedily; speedy; sudden; suddenly; swift; swiftly; unexpectedly; without delay
upphetsatt agile; agitated; aroused; excited; fluttered; heated
vaken agile; alert; brisk; quick; rapid; smart alert; attentive; cautious; vigilant; watchful
vaket agile; alert; brisk; quick; rapid; smart alert; attentive; cautious; vigilant; watchful

Verwante woorden van "agile":

  • agiler, agilest, agilely

Synoniemen voor "agile":


Verwante definities voor "agile":

  1. moving quickly and lightly1
    • sleek and agile as a gymnast1
  2. mentally quick1
    • an agile mind1

Wiktionary: agile

agile
adjective
  1. having the faculty of quick motion in the limbs

Cross Translation:
FromToVia
agile vig; rörlig agilgehoben: zu schnellen Bewegungen der Gliedmaßen fähig
agile flink; vig behände — wendig und flink