Spaans

Uitgebreide synoniemen voor serie in het Spaans

serie:

serie [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la serie
    la serie; el encadenamiento; la sucesión; la sarta; el eslabonamiento
  2. la serie
    la serie; la secuencia; la sucesión
  3. la serie
    la serie; la encadenamiento; la fila; el orden
    • serie [la ~] zelfstandig naamwoord
    • encadenamiento [la ~] zelfstandig naamwoord
    • fila [la ~] zelfstandig naamwoord
    • orden [el ~] zelfstandig naamwoord
  4. la serie
    la serie; la gama; la sucesión; el orden; la cola; la fila; la hilera; la sarta; la encadenamiento; la progresión; el eslabonamiento
    • serie [la ~] zelfstandig naamwoord
    • gama [la ~] zelfstandig naamwoord
    • sucesión [la ~] zelfstandig naamwoord
    • orden [el ~] zelfstandig naamwoord
    • cola [la ~] zelfstandig naamwoord
    • fila [la ~] zelfstandig naamwoord
    • hilera [la ~] zelfstandig naamwoord
    • sarta [la ~] zelfstandig naamwoord
    • encadenamiento [la ~] zelfstandig naamwoord
    • progresión [la ~] zelfstandig naamwoord
    • eslabonamiento [el ~] zelfstandig naamwoord
  5. la serie
    la gama; el espectro; la serie
    • gama [la ~] zelfstandig naamwoord
    • espectro [el ~] zelfstandig naamwoord
    • serie [la ~] zelfstandig naamwoord
  6. la serie
    el tren; el tren de barcas; la serie; el ferrocarril; el séquito
  7. la serie
    la fila; la cola; la raya; la línea; la serie; el orden; la barra; la tira
    • fila [la ~] zelfstandig naamwoord
    • cola [la ~] zelfstandig naamwoord
    • raya [la ~] zelfstandig naamwoord
    • línea [la ~] zelfstandig naamwoord
    • serie [la ~] zelfstandig naamwoord
    • orden [el ~] zelfstandig naamwoord
    • barra [la ~] zelfstandig naamwoord
    • tira [la ~] zelfstandig naamwoord
  8. la serie
    el ciclo; la serie
    • ciclo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • serie [la ~] zelfstandig naamwoord
  9. la serie
    la gargantilla; la cadena; el grillos; la cadenilla; el cordón circunvalatorio; la corona; el halo; la esposas; la gama; el collar; la serie; el ciclo; la secuencia; la esfera; la sucesión; el círculo; el cerco; la hilera; la ojera; la progresión; la cadenita; el halón
  10. la serie
    la sucesión; la serie
    • sucesión [la ~] zelfstandig naamwoord
    • serie [la ~] zelfstandig naamwoord
  11. la serie
    el orden; la fila; la serie
    • orden [el ~] zelfstandig naamwoord
    • fila [la ~] zelfstandig naamwoord
    • serie [la ~] zelfstandig naamwoord
  12. la serie
    la secuencia; el ciclo; la serie; la continuación

Verwante woorden van "serie":


Alternatieve synoniemen voor "serie":


Verwante synoniemen voor serie