Spaanse synoniemen van corona, ander woord voor corona

Remove Ads

Overzicht

Spaans Synoniemen: Meer gegevens...

corona:
- corona; copa; araña; tertulia; guirnalda; adorno de la cabeza; coronilla; diadema; círculo; anillo; vuelta; ronda; turno; gargantilla; cadena; grillos; cadenilla; cordón circunvalatorio; halo; esposas; gama; collar; serie; ciclo; secuencia; esfera; sucesión; cerco; hilera; ojera; progresión; cadenita; halón; sociedad; club; enlace; reunión; asociación; unión; agrupación
coronar:
- coronar; premiar

Spaans

Uitgebreide synoniemen voor corona in het Spaans

corona:

corona [la ~] zelfstandig naamwoord

la corona
la corona; la copa; la araña; la tertulia; la guirnalda; el adorno de la cabeza; la coronilla; el diadema
- corona [la ~] zelfstandig naamwoord
- copa [la ~] zelfstandig naamwoord
- araña [la ~] zelfstandig naamwoord
- tertulia [la ~] zelfstandig naamwoord
- guirnalda [la ~] zelfstandig naamwoord
- adorno de la cabeza [el ~] zelfstandig naamwoord
- coronilla [la ~] zelfstandig naamwoord
- diadema [el ~] zelfstandig naamwoord
la corona
el círculo; el anillo; la vuelta; la ronda; la corona; el turno
- círculo [el ~] zelfstandig naamwoord
- anillo [el ~] zelfstandig naamwoord
- vuelta [la ~] zelfstandig naamwoord
- ronda [la ~] zelfstandig naamwoord
- corona [la ~] zelfstandig naamwoord
- turno [el ~] zelfstandig naamwoord
la corona
la gargantilla; la cadena; el grillos; la cadenilla; el cordón circunvalatorio; la corona; el halo; la esposas; la gama; el collar; la serie; el ciclo; la secuencia; la esfera; la sucesión; el círculo; el cerco; la hilera; la ojera; la progresión; la cadenita; el halón
- gargantilla [la ~] zelfstandig naamwoord
- cadena [la ~] zelfstandig naamwoord
- grillos [el ~] zelfstandig naamwoord
- cadenilla [la ~] zelfstandig naamwoord
- cordón circunvalatorio [el ~] zelfstandig naamwoord
- corona [la ~] zelfstandig naamwoord
- halo [el ~] zelfstandig naamwoord
- esposas [la ~] zelfstandig naamwoord
- gama [la ~] zelfstandig naamwoord
- collar [el ~] zelfstandig naamwoord
- serie [la ~] zelfstandig naamwoord
- ciclo [el ~] zelfstandig naamwoord
- secuencia [la ~] zelfstandig naamwoord
- esfera [la ~] zelfstandig naamwoord
- sucesión [la ~] zelfstandig naamwoord
- círculo [el ~] zelfstandig naamwoord
- cerco [el ~] zelfstandig naamwoord
- hilera [la ~] zelfstandig naamwoord
- ojera [la ~] zelfstandig naamwoord
- progresión [la ~] zelfstandig naamwoord
- cadenita [la ~] zelfstandig naamwoord
- halón [el ~] zelfstandig naamwoord
la corona
la sociedad; el círculo; el club; el cordón circunvalatorio; el enlace; la reunión; la corona; la asociación; la unión; la agrupación
- sociedad [la ~] zelfstandig naamwoord
- círculo [el ~] zelfstandig naamwoord
- club [el ~] zelfstandig naamwoord
- cordón circunvalatorio [el ~] zelfstandig naamwoord
- enlace [el ~] zelfstandig naamwoord
- reunión [la ~] zelfstandig naamwoord
- corona [la ~] zelfstandig naamwoord
- asociación [la ~] zelfstandig naamwoord
- unión [la ~] zelfstandig naamwoord
- agrupación [la ~] zelfstandig naamwoord

Alternatieve synoniemen voor "corona":

guirnalda; aureola; diadema; festón
laurel; premio; lauro; recompensa; honra; honor; triunfo; homenaje; gloria; victoria
laureola; halo
limbo; orla; contorno; ribete

coronar:

coronar werkwoord

coronar
coronar; premiar
- coronar werkwoord
- premiar werkwoord

Conjugations for coronar:

presente

corono
coronas
corona
coronamos
coronáis
coronan

imperfecto

coronaba
coronabas
coronaba
coronábamos
coronabais
coronaban

indefinido

coroné
coronaste
coronó
coronamos
coronasteis
coronaron

fut. de ind.

coronaré
coronarás
coronará
coronaremos
coronaréis
coronarán

condic.

coronaría
coronarías
coronaría
coronaríamos
coronaríais
coronarían

pres. de subj.

que corone
que corones
que corone
que coronemos
que coronéis
que coronen

imp. de subj.

que coronara
que coronaras
que coronara
que coronáramos
que coronarais
que coronaran

miscelánea

¡corona!
¡coronad!
¡no corones!
¡no coronéis!
coronado
coronando

1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes

Alternatieve synoniemen voor "coronar":

laurear; honrar; condecorar; distinguir; galardonar; premiar; enaltecer; glorificar; recompensar; ensalzar
ungir; investir; proclamar; entronizar

Verwante synoniemen voor corona

Remove Ads

Synoniemen voor "corona" in het Spaans

Uitgebreide synoniemen voor corona in het Spaans

corona:

corona [la ~] zelfstandig naamwoord

la corona

la corona

la corona

la corona

Alternatieve synoniemen voor "corona":

coronar:

coronar werkwoord

coronar

Conjugations for coronar:

presente

imperfecto

indefinido

fut. de ind.

condic.

pres. de subj.

imp. de subj.

miscelánea

Alternatieve synoniemen voor "coronar":

Verwante synoniemen voor corona