Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Engels ->Vertaal smaakje

Vertaal smaakje van Nederlands naar Engels

Overzicht

Nederlands naar Engels: Meer gegevens...

smaakje:
- taste
smaak:
- preference; choice; taste; fancy; liking
Wiktionary:
- smaak → taste, flavour
- smaak → taste, flavour

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor smaakje (Nederlands) in het Engels

smaakje:

smaakje [het ~] zelfstandig naamwoord

het smaakje
the taste
- taste [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor smaakje:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
taste	smaakje	keuze; smaak; smaakwaarneming; voorkeur; voorliefde; voorproefje
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
taste		keuren; proberen; proeven; smaken

Verwante woorden van "smaakje":

smaakjes, smaak

smaakje vorm van smaak:

smaak [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

de smaak (voorkeur; voorliefde; keuze)
the preference; the choice; the taste; the fancy; the liking
- preference [the ~] zelfstandig naamwoord
- choice [the ~] zelfstandig naamwoord
- taste [the ~] zelfstandig naamwoord
- fancy [the ~] zelfstandig naamwoord
- liking [the ~] zelfstandig naamwoord
de smaak (smaakwaarneming)
the taste
- taste [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor smaak:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
choice	keuze; smaak; voorkeur; voorliefde	keus; keuze; keuzemogelijkheid; optie; selectie; uitverkiezing; uitverkoring; verkiezing
fancy	keuze; smaak; voorkeur; voorliefde	bui; gril; kuur; luim; nuk
liking	keuze; smaak; voorkeur; voorliefde
preference	keuze; smaak; voorkeur; voorliefde	bevoorrechting; pre
taste	keuze; smaak; smaakwaarneming; voorkeur; voorliefde	smaakje; voorproefje
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
fancy		aanstaan; believen; goeddunken; houden van; lekker vinden; lusten; visualiseren
taste		keuren; proberen; proeven; smaken
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
choice		briljant; excellent; heel mooi; puik; subliem; superbe; uitgelezen; uitgezocht; uitmuntend; uitnemend; uitstekend; voortreffelijk

Verwante woorden van "smaak":

smaken, smaakje

Wiktionary: smaak

smaak

noun

zintuig waarmee men mee proeft
- smaak → taste
bepaalde subjectieve voorkeur
- smaak → taste

smaak

noun

the characteristic quality of something
- flavour → smaak
a variety (of taste)
- flavour → smaak
the quality produced by the sensation of taste
- flavour → smaak; meug
one of the sensations produced by the tongue
- taste → smaak
implicit set of preferences
- taste → smaak

Cross Translation:

From	To	Via
• smaak	→ taste; flavour	↔ Geschmack — Empfindung von Mensch und höheren Tieren bei der Nahrungsaufnahme über den Mund beziehungsweise das Maul