Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. uitrit:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor uitrit (Nederlands) in het Spaans

uitrit:

uitrit [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de uitrit
    la salida; la salida de vehículos

Vertaal Matrix voor uitrit:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
salida uitrit afreis; afrit; afvaart; afvaren; exodus; hulpmiddel; redmiddel; ressource; uitgang; uitloop; uittocht; uitvaren; uitvoer; uitweg; vertrek
salida de vehículos uitrit

Wiktionary: uitrit

uitrit
noun
  1. een plaats of opening waardoor of waarlangs men kan of moet uitrijden