Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. figuren:
  2. figuur:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor figuren (Nederlands) in het Zweeds

figuren:

figuren [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de figuren
    individer

Vertaal Matrix voor figuren:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
individer figuren

Verwante woorden van "figuren":


figuur:

figuur [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de figuur (gedaante; verschijning; postuur)
    figur; form; gestalt; skapnad
    • figur [-en] zelfstandig naamwoord
    • form [-en] zelfstandig naamwoord
    • gestalt [-en] zelfstandig naamwoord
    • skapnad zelfstandig naamwoord
  2. de figuur (postuur; gedaante; uiterlijk)
    hållning; pose; kroppsbyggnad
  3. de figuur (personage)
    karaktär; bokstav; figur
    • karaktär [-en] zelfstandig naamwoord
    • bokstav [-en] zelfstandig naamwoord
    • figur [-en] zelfstandig naamwoord
  4. de figuur (postuur; vorm; gestalte; gedaante)
    statyr
    • statyr zelfstandig naamwoord
  5. de figuur (type; individu)
    typ; person; individ
    • typ [-en] zelfstandig naamwoord
    • person [-en] zelfstandig naamwoord
    • individ [-en] zelfstandig naamwoord
  6. de figuur (lichaamspostuur; gestalte; postuur)
    form; gestalt; skapnad
    • form [-en] zelfstandig naamwoord
    • gestalt [-en] zelfstandig naamwoord
    • skapnad zelfstandig naamwoord
  7. de figuur (lichaamslijn; silhouet)
    figur; silhouette

Vertaal Matrix voor figuur:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bokstav figuur; personage geschreven letter
figur figuur; gedaante; lichaamslijn; personage; postuur; silhouet; verschijning constitutie; figuur van een grafmonument; graffiguur; lichaamsbouw
form figuur; gedaante; gestalte; lichaamspostuur; postuur; verschijning conditie; gietvorm; in vorm zijn; mal; matrijs; modelvorm; shape; vorm
gestalt figuur; gedaante; gestalte; lichaamspostuur; postuur; verschijning
hållning figuur; gedaante; postuur; uiterlijk houding; lichaamshouding; pose; stand; standje
individ figuur; individu; type eenling; enkeling; iemand; individu; mens; mensenkind; persoon; sterveling; wezen
karaktär figuur; personage geaardheden; geaardheid; inborsten; karakter; natuur; persoonlijkheid
kroppsbyggnad figuur; gedaante; postuur; uiterlijk constitutie; lichaamsbouw
person figuur; individu; type iemand; individu; mens; mensenkind; persoon; sterveling; wezen
pose figuur; gedaante; postuur; uiterlijk
silhouette figuur; lichaamslijn; silhouet schaduwbeeld; silhouet
skapnad figuur; gedaante; gestalte; lichaamspostuur; postuur; verschijning
statyr figuur; gedaante; gestalte; postuur; vorm
typ figuur; individu; type aard; gast; gozer; kerel; klasse; knakker; knul; man; onderverdeling; vent
- gestalte; lijn; type; vogel

Verwante woorden van "figuur":


Synoniemen voor "figuur":


Verwante definities voor "figuur":

  1. afbeelding van iets1
    • de figuur die ze tekende was een konijn1
  2. wiskundige afbeelding1
    • de figuur van de cirkel is rond1
  3. vorm van het lichaam1
    • hij heeft het figuur van een jonge kerel1
  4. persoon met bepaalde kenmerken1
    • de figuur die in het boek optreedt1

Wiktionary: figuur


Cross Translation:
FromToVia
figuur figur; kurva curve — informal: attractive shape of a woman's body
figuur figur figure — drawing
figuur bild; tavla picture — representation of visible reality produced by drawing, etc
figuur person personnagepersonne ; en parlant principalement des hommes, avec une certaine idée de grandeur, d’autorité, d’importance sociale.
figuur omfång; storhet; storlek taillecoupe ; manière dont on couper certaines choses, dont elles tailler.