Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. hang:
  2. hangen:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor hang (Nederlands) in het Zweeds

hang:

hang [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de hang (geneigdheid; inclinatie; neiging; gezindheid)
    håg; benägenhet; böjelse

Vertaal Matrix voor hang:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
benägenhet geneigdheid; gezindheid; hang; inclinatie; neiging aansprakelijkheid; genegenheid; inclinatie; verantwoordelijkheid
böjelse geneigdheid; gezindheid; hang; inclinatie; neiging declinatie; draai; genegenheid; glooiing; glooiingshoek; inclinatie; keer; kentering; kronkel; ombuiging; omkeer; ommekeer; ommezwaai; omslag; twist; verdraaiing
håg geneigdheid; gezindheid; hang; inclinatie; neiging

Verwante woorden van "hang":


hang vorm van hangen:

hangen werkwoord (hang, hangt, hing, hingen, gehangen)

  1. hangen (afhangen)
    bero på något; vara beroende av något
    • bero på något werkwoord (beror på något, berodde på något, berott på något)
    • vara beroende av något werkwoord (är beroende av något, var beroende av något, varit beroende av något)
  2. hangen (zweven)
    sväva
    • sväva werkwoord (svävar, svävade, svävat)

Conjugations for hangen:

o.t.t.
  1. hang
  2. hangt
  3. hangt
  4. hangen
  5. hangen
  6. hangen
o.v.t.
  1. hing
  2. hing
  3. hing
  4. hingen
  5. hingen
  6. hingen
v.t.t.
  1. heb gehangen
  2. hebt gehangen
  3. heeft gehangen
  4. hebben gehangen
  5. hebben gehangen
  6. hebben gehangen
v.v.t.
  1. had gehangen
  2. had gehangen
  3. had gehangen
  4. hadden gehangen
  5. hadden gehangen
  6. hadden gehangen
o.t.t.t.
  1. zal hangen
  2. zult hangen
  3. zal hangen
  4. zullen hangen
  5. zullen hangen
  6. zullen hangen
o.v.t.t.
  1. zou hangen
  2. zou hangen
  3. zou hangen
  4. zouden hangen
  5. zouden hangen
  6. zouden hangen
diversen
  1. hang!
  2. hangt!
  3. gehangen
  4. hangend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

hangen [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het hangen
    hängande

Vertaal Matrix voor hangen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hängande hangen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bero på något afhangen; hangen
sväva hangen; zweven
vara beroende av något afhangen; hangen
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hängande bungelend

Verwante woorden van "hangen":


Synoniemen voor "hangen":


Verwante definities voor "hangen":

  1. niet rechtop staan of zitten1
    • de bloemen lieten hun kopjes hangen1
  2. aan een punt boven de grond vastmaken1
    • hij hing het schilderij boven de bank1

Wiktionary: hangen


Cross Translation:
FromToVia
hangen hänga hang — to be or remain suspended
hangen hänga hang — to execute by suspension from the neck
hangen hänga pendreattacher une chose, une personne ou un animal en haut par une de ses parties, de manière qu’elle ne toucher pas en bas.
hangen hänga retombertomber encore.

Verwante vertalingen van hang