Antritt in het Engels vertaald uit het Duits

Remove Ads

Overzicht

Duits naar Engels: Meer gegevens...

Antritt:
- entrance; entry; arrival; incoming; entering; acceptance; inner acceptance; accepting
Wiktionary:
- Antritt → accession

Duits

Uitgebreide vertaling voor Antritt (Duits) in het Engels

Antritt:

Antritt [der ~] zelfstandig naamwoord

der Antritt (Eintreffen; Eintritt; Anfang; Ankunft; Einzüge; Einkommen; Einzug; Einnahme; Kommen; Eintreten; Eindringen; Antreten)
the entrance; the entry; the arrival; the incoming; the entering
- entrance [the ~] zelfstandig naamwoord
- entry [the ~] zelfstandig naamwoord
- arrival [the ~] zelfstandig naamwoord
- incoming [the ~] zelfstandig naamwoord
- entering [the ~] zelfstandig naamwoord
der Antritt (Hinnahme; Akzeptierung; Übernahme; Antreten)
the acceptance; the inner acceptance; the accepting
- acceptance [the ~] zelfstandig naamwoord
- inner acceptance [the ~] zelfstandig naamwoord
- accepting [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Antritt:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
acceptance	Akzeptierung; Antreten; Antritt; Hinnahme; Übernahme	Akzeptieren; Annehmen; Antreten; Aufnahme; Bewilligung; Erlaubnis; Genehmigung; Permission
accepting	Akzeptierung; Antreten; Antritt; Hinnahme; Übernahme	Adoptieren; Adoption; Ausführen; Folge
arrival	Anfang; Ankunft; Antreten; Antritt; Eindringen; Einkommen; Einnahme; Eintreffen; Eintreten; Eintritt; Einzug; Einzüge; Kommen	Ankommen; Ankunft; Arrivieren; Eintreffen; Kommen
entering	Anfang; Ankunft; Antreten; Antritt; Eindringen; Einkommen; Einnahme; Eintreffen; Eintreten; Eintritt; Einzug; Einzüge; Kommen	Eindringen; Einschleichen; Eintreten; Hineingehen
entrance	Anfang; Ankunft; Antreten; Antritt; Eindringen; Einkommen; Einnahme; Eintreffen; Eintreten; Eintritt; Einzug; Einzüge; Kommen	Einfahrt; Eingang; Tür; Zugang
entry	Anfang; Ankunft; Antreten; Antritt; Eindringen; Einkommen; Einnahme; Eintreffen; Eintreten; Eintritt; Einzug; Einzüge; Kommen	Ankunft; Anmelden; Beitritt; Buchung; Eingang; Einkommen; Einschreibung; Eintrag; Eintragen; Eintragung; Eintreffen; Hauptwort; Immatrikulation; Submission; Subskription; Tür; Zeichnung; Zugang; Zutritt
incoming	Anfang; Ankunft; Antreten; Antritt; Eindringen; Einkommen; Einnahme; Eintreffen; Eintreten; Eintritt; Einzug; Einzüge; Kommen
inner acceptance	Akzeptierung; Antreten; Antritt; Hinnahme; Übernahme
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
accepting		in Empfangnahme
incoming		einkommend
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
entrance		entzücken

Synoniemen voor "Antritt":

Akzeleration; Beschleunigung; Geschwindigkeitszunahme; Temposteigerung

Wiktionary: Antritt

Antritt

noun

act of coming to or reaching a throne, an office, or dignity
- accession → Thronbesteigung; Antritt; Besteigung

Remove Ads

Vertaal Antritt van Duits naar Engels

Uitgebreide vertaling voor Antritt (Duits) in het Engels

Antritt:

Antritt [der ~] zelfstandig naamwoord

der Antritt (Eintreffen; Eintritt; Anfang; Ankunft; Einzüge; Einkommen; Einzug; Einnahme; Kommen; Eintreten; Eindringen; Antreten)

der Antritt (Hinnahme; Akzeptierung; Übernahme; Antreten)

Vertaal Matrix voor Antritt:

Synoniemen voor "Antritt":

Wiktionary: Antritt