Home ->Woordenboeken ->Duits/Engels ->Vertaal beklemmt

Vertaal beklemmt van Duits naar Engels

Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. beklemmt:
  2. beklemmen:
  3. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor beklemmt (Duits) in het Engels

beklemmt:

beklemmt bijvoeglijk naamwoord

  1. beklemmt (dumpf; bedrängt)
    muggy; sweltering; stifling; stuffy; musty; stale; sultry; close
  2. beklemmt (bedrängt; bange)
    oppressive
  3. beklemmt (eingeklemmt; bange; bedrängt)
    clasped

Vertaal Matrix voor beklemmt:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
close abdichten; abschliessen; abschließen; isolieren; schließen; sperren; verriegeln; verschließen; versperren; zudrehen; zufallen; zumachen; zuschliessen; zuschnappen; zusperren
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
muggy bedrängt; beklemmt; dumpf drückend; schwühl
musty bedrängt; beklemmt; dumpf staubig
oppressive bange; bedrängt; beklemmt mit ein großes Gewicht; schwer
stale bedrängt; beklemmt; dumpf abgelagert; schal; staubig; unrein; unsauber
stifling bedrängt; beklemmt; dumpf erstickend
stuffy bedrängt; beklemmt; dumpf drückend; schwühl; staubig
sultry bedrängt; beklemmt; dumpf drückend; schwühl
sweltering bedrängt; beklemmt; dumpf brütend; brütendheiß; drückend; schwühl; schwül
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
close dicht; eng; in-der-Nähe; knapp; nah; nahe; naheliegend
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
clasped bange; bedrängt; beklemmt; eingeklemmt
close bedrängt; beklemmt; dumpf an etwas hängend; eben; egal; etwas zugetan sein; flach; gleich; haarscharf; hart; platt; vergänglich; zeitlich

Wiktionary: beklemmt

Cross Translation:
FromToVia
• beklemmt → stuffy; feel oppressed ↔ benauwd — moeilijk ademend

beklemmt vorm van beklemmen:

beklemmen werkwoord (beklemme, beklemmst, beklemmt, beklemmte, beklemmtet, beklemmt)

  1. beklemmen (bedrängen)
    to oppress; to truss up; to gag
    • oppress werkwoord (oppresses, oppressed, oppressing)
    • truss up werkwoord (trusses up, trussed up, trussing up)
    • gag werkwoord (gags, gagged, gagging)

Conjugations for beklemmen:

Präsens
  1. beklemme
  2. beklemmst
  3. beklemmt
  4. beklemmen
  5. beklemmt
  6. beklemmen
Imperfekt
  1. beklemmte
  2. beklemmtest
  3. beklemmte
  4. beklemmten
  5. beklemmtet
  6. beklemmten
Perfekt
  1. habe beklemmt
  2. hast beklemmt
  3. hat beklemmt
  4. haben beklemmt
  5. habt beklemmt
  6. haben beklemmt
1. Konjunktiv [1]
  1. beklemme
  2. beklemmest
  3. beklemme
  4. beklemmen
  5. beklemmet
  6. beklemmen
2. Konjunktiv
  1. beklemmte
  2. beklemmtest
  3. beklemmte
  4. beklemmten
  5. beklemmtet
  6. beklemmten
Futur 1
  1. werde beklemmen
  2. wirst beklemmen
  3. wird beklemmen
  4. werden beklemmen
  5. werdet beklemmen
  6. werden beklemmen
1. Konjunktiv [2]
  1. würde beklemmen
  2. würdest beklemmen
  3. würde beklemmen
  4. würden beklemmen
  5. würdet beklemmen
  6. würden beklemmen
Diverses
  1. beklemm!
  2. beklemmt!
  3. beklemmen Sie!
  5. beklemmt
  6. beklemmend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor beklemmen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gag Scherz; Scherzen; Spaßmacherei
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gag bedrängen; beklemmen festhalten; festklammern
oppress bedrängen; beklemmen beängstigen; festhalten; festklammern; sorgen; verdrucken
truss up bedrängen; beklemmen

Wiktionary: beklemmen

beklemmen
verb
  1. (transitiv), von etwas: jemanden körperlich oder seelisch beengen, bedrücken
Cross Translation:
FromToVia
• beklemmen → squeeze; hurry; press; urge; oppress; pinch; squash; insist; affirm; dwell; maintain; accelerate; speed up; advance; hasten; further; promote ↔ presser — exercer une pression, serrer plus ou moins fort.







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0449 seconde
Page rendered in 1.0 seconds