Overzicht


Duits

Uitgebreide vertaling voor havariert (Duits) in het Spaans

havariert:

havariert bijvoeglijk naamwoord

  1. havariert (verwundet; angeschlagen; beschädigt; ramponiert)
    herido; hecho jirones; violado; dañado; estropeado
  2. havariert (ramponiert; angeschlagen; beschädigt)
    estropeado; hecho jirones
  3. havariert (geschunden; schadhaft; angeschlagen; beschädigt; ramponiert)
    dañado; estropeado; desfigurado

Vertaal Matrix voor havariert:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
herido Verletzte; Verwundete
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dañado angeschlagen; beschädigt; geschunden; havariert; ramponiert; schadhaft; verwundet angeschlagen; beschädigt; defekt; durchgebrochen; eingerissen; entzwei; gebrochen; gerissen; kaputt; kaputtgebrochen; pockennarbig; ramponiert; schadhaft; zerbrochen; zerrissen
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
desfigurado angeschlagen; beschädigt; geschunden; havariert; ramponiert; schadhaft
estropeado angeschlagen; beschädigt; geschunden; havariert; ramponiert; schadhaft; verwundet abgelebt; abgenutzt; außer Gebrauch; defekt; gebrochen; kaputt; pockennarbig; verseucht; zerbrochen; zerrissen
hecho jirones angeschlagen; beschädigt; havariert; ramponiert; verwundet pockennarbig
herido angeschlagen; beschädigt; havariert; ramponiert; verwundet angeschossen; baff; beleidigt; beschämt; bestürzt; betreten; betroffen; entsetzt; erschüttert; erstaunt; fassungslos; gekränkt; geniert; getroffen; perplex; verblüfft; verdutzt; verletzt; verwundet
violado angeschlagen; beschädigt; havariert; ramponiert; verwundet pockennarbig; vergewaltigt