Overzicht
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. läppisch:


Duits

Uitgebreide vertaling voor läppisch (Duits) in het Frans

läppisch:

läppisch

  1. läppisch (stümperhaft)

läppisch bijvoeglijk naamwoord

  1. läppisch (kindisch; unbedeutend)
    futile; sans importance

Vertaal Matrix voor läppisch:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
maladroit Pfuscher; Schuster; Stümper
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
maladroit läppisch; stümperhaft
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
futile kindisch; läppisch; unbedeutend bedeutungslos; gering; geringfügig; gewöhnlich; klein; kleinlich; minimal; nichtig; nichtsbedeutend; sehr gering; sehr klein; trivial; unbedeutend; ungültig; unscheinbar; unwesentlich; unwichtig; verschwindend klein; winzig; winzig klein
maladroit abgespannt; bäuerisch; derb; doof; dreist; dumm; dünn; eckig; entspannt; flau; flegelhaft; frech; gebrechlich; grob; grobschlächtig; hilflos; hinfällig; indiskret; kantig; klobig; kraftlos; krankhaft; kränklich; lahm; lasch; lustlos; lästig; lümmelhaft; mißlich; nicht elegant; plump; schamlos; schlacksig; schlaff; schlapp; schroff; schwerfällig; schwächlich; stelzbeinig; stumpf; stümperhaft; taktlos; tapprig; tapsig; täppisch; tölpelhaft; umbequem; unanständig; unartig; unbehaglich; unbeholfen; unerzogen; ungehobelt; ungehörig; ungelenk; ungeschickt; ungeschlacht; ungeschliffen; ungesittet; unhandlich; unhöflich; unkultiviert; unmanierlich; unpassend; unverschämt; weich; welk; wild; wässerig; zutäppisch
sans importance kindisch; läppisch; unbedeutend gering; geringfügig; klein; minimal; sehr gering; sehr klein; verschwindend klein; winzig; winzig klein