Angelgerät in het Nederlands vertaald uit het Duits

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

Angelgerät:
- vishengel; hengel; visgerei; visnet; vistuig; hengelgerei; plebs; gepeupel; rapaille; grauw

Duits

Uitgebreide vertaling voor Angelgerät (Duits) in het Nederlands

Angelgerät (Angelrute; Fischgerät)
vishengel; de hengel
- vishengel [znw.] zelfstandig naamwoord
- hengel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
Angelgerät (Fischzeug; Fischereigerät)
het visgerei; het visnet; de vistuig; hengelgerei
- visgerei [het ~] zelfstandig naamwoord
- visnet [het ~] zelfstandig naamwoord
- vistuig [de ~] zelfstandig naamwoord
- hengelgerei [znw.] zelfstandig naamwoord
Angelgerät (Lumpengesindel; Sippschaft; Pöbel; Geschirr; Gesindel; Gelichter; Plebs; Gezücht)
het plebs; het gepeupel; het rapaille; de grauw
- plebs [het ~] zelfstandig naamwoord
- gepeupel [het ~] zelfstandig naamwoord
- rapaille [het ~] zelfstandig naamwoord
- grauw [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
gepeupel	Angelgerät; Gelichter; Geschirr; Gesindel; Gezücht; Lumpengesindel; Plebs; Pöbel; Sippschaft
grauw	Angelgerät; Gelichter; Geschirr; Gesindel; Gezücht; Lumpengesindel; Plebs; Pöbel; Sippschaft	Anschnauz; Anschnauzer; Pöbel
hengel	Angelgerät; Angelrute; Fischgerät
hengelgerei	Angelgerät; Fischereigerät; Fischzeug
plebs	Angelgerät; Gelichter; Geschirr; Gesindel; Gezücht; Lumpengesindel; Plebs; Pöbel; Sippschaft
rapaille	Angelgerät; Gelichter; Geschirr; Gesindel; Gezücht; Lumpengesindel; Plebs; Pöbel; Sippschaft
visgerei	Angelgerät; Fischereigerät; Fischzeug
vishengel	Angelgerät; Angelrute; Fischgerät
visnet	Angelgerät; Fischereigerät; Fischzeug	Fangnetz; Fischernetz; Fischnetz; Fischreuse
vistuig	Angelgerät; Fischereigerät; Fischzeug
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
grauw		blaß; bleich; fahl; farblos; grau; mismutig; trostlos