Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Vertaal Aufseher

Vertaal Aufseher van Duits naar Nederlands

Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Aufseher:
  2. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor Aufseher (Duits) in het Nederlands

Aufseher:

Aufseher [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Aufseher (jemand die Aufsicht führt über)
    de opzichter; de opziener
    • opzichter [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • opziener [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. der Aufseher (Wächter; Wärter)
    de suppoost; de bewaker; de portier; de wacht
    • suppoost [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • bewaker [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • portier [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • wacht [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  3. der Aufseher (Wächter; Wärter)
    de bewaker; de wacht; de cipier; de gevangenbewaarder
  4. der Aufseher (Tierpfleger; Betreuer)
    de verzorger; de dierverzorger
  5. der Aufseher (Wärter)
    de oppasser
    • oppasser [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  6. der Aufseher (Aufsichtsbeamten; Oberaufseher; Aufsichtsbeamter)
    de opzieners; de opzichters
  7. der Aufseher (Kurator; Konkursverwalter; Vormund; )
    de curator; de voogd
    • curator [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • voogd [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  8. der Aufseher (Waldhüter; Feldhüter)
    de koddebeier
  9. der Aufseher (Saalwärter)
    de zaalwachter; de suppoost

Aufseher [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Aufseher (Aufsichtsbeamten)
    de toezichthouders; de inspecteurs; de opzichters; de surveillanten; de opzieners
  2. die Aufseher
    de suppoosten; de toezichthouders; de zaalwachters

Vertaal Matrix voor Aufseher:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bewaker Aufseher; Wächter; Wärter Portier
cipier Aufseher; Wächter; Wärter Gefängnisaufseher; Gefängniswärter
curator Aufseher; Begleiter; Gefährte; Inspizient; Konkursrichter; Konkursverwalter; Konservator; Kurator; Vormund Konkurrenzverwalter; Nachlaßpfleger
dierverzorger Aufseher; Betreuer; Tierpfleger
gevangenbewaarder Aufseher; Wächter; Wärter Gefängnisaufseher; Gefängniswärter
inspecteurs Aufseher; Aufsichtsbeamten
koddebeier Aufseher; Feldhüter; Waldhüter
oppasser Aufseher; Wärter
opzichter Aufseher; jemand die Aufsicht führt über Meister
opzichters Aufseher; Aufsichtsbeamten; Aufsichtsbeamter; Oberaufseher
opziener Aufseher; jemand die Aufsicht führt über
opzieners Aufseher; Aufsichtsbeamten; Aufsichtsbeamter; Oberaufseher
portier Aufseher; Wächter; Wärter Hausmeister; Hauswart; Hauswirt; Pförtner; Portier; Schlag; Schließer
suppoost Aufseher; Saalwärter; Wächter; Wärter Portier
suppoosten Aufseher
surveillanten Aufseher; Aufsichtsbeamten
toezichthouders Aufseher; Aufsichtsbeamten
verzorger Aufseher; Betreuer; Tierpfleger
voogd Aufseher; Begleiter; Gefährte; Inspizient; Konkursrichter; Konkursverwalter; Konservator; Kurator; Vormund Familienvormund; Vormund
wacht Aufseher; Wächter; Wärter Ausguck; Hüter; Portier; Posten; Schildwache; Wache; Wachstube; Wachtposten; Wächter; Wärter
zaalwachter Aufseher; Saalwärter
zaalwachters Aufseher

Synoniemen voor "Aufseher":


Wiktionary: Aufseher

Aufseher
noun
  1. iemand die toezicht houdt
Cross Translation:
FromToVia
• Aufseher → opzichter ↔ overseer — one who oversees







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0314 seconde
Page rendered in 1.0 seconds