Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Vertaal Mensur

Vertaal Mensur van Duits naar Nederlands

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

Mensur:
- twijfel; tweestrijd; besluiteloosheid; weifeling
Wiktionary:
- Mensur → mensuur

Duits

Uitgebreide vertaling voor Mensur (Duits) in het Nederlands

Mensur:

Mensur [die ~] zelfstandig naamwoord

die Mensur (Unentschlossenheit; Schwankung; Unschlüssigkeit)
de twijfel; de tweestrijd; de besluiteloosheid; de weifeling
- twijfel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- tweestrijd [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- besluiteloosheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- weifeling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Mensur:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
besluiteloosheid	Mensur; Schwankung; Unentschlossenheit; Unschlüssigkeit
tweestrijd	Mensur; Schwankung; Unentschlossenheit; Unschlüssigkeit	Uneinigkeit; Zwiedracht; Zwiespalt; Zwiespältigkeit; Zwietracht; Zwieträchte
twijfel	Mensur; Schwankung; Unentschlossenheit; Unschlüssigkeit	Bedenken; Schwanken; Unentschlossenheit; Unschlüssigkeit; Zweifel; Zwiespalt; Zögern
weifeling	Mensur; Schwankung; Unentschlossenheit; Unschlüssigkeit	Schwankung; Unentschlossenheit; Unschlüssigkeit; Zweifel; Zögern

Wiktionary: Mensur

Mensur

noun

Musik, Musikinstrumentenbau: die Abmessungen, Maße von Musikinstrumenten oder Teilen davon, insbesondere bei Saiteninstrumenten die frei schwingende Länge der Saiten, bei Blasinstrumenten die Steigung der Weite des Rohrs im Verhältnis zur Länge sowie alle Maße der [[Orgel
- Mensur → mensuur