Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. durchgeben:


Duits

Uitgebreide vertaling voor durchgeben (Duits) in het Nederlands

durchgeben:

durchgeben werkwoord

  1. durchgeben
    doorgeven; verder geven
    • doorgeven werkwoord (geef door, geeft door, gaf door, gaven door, doorgegeven)
    • verder geven werkwoord (geef verder, geeft verder, gaf verder, gaven verder, verder gegeven)

Vertaal Matrix voor durchgeben:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
doorgeven durchgeben ausposaunen; austragen; denunzieren; durchsagen; herumerzählen; herumgeben; herumreichen; verteilen; weitererzählen; weitergeben; überreichen; übertragen
verder geven durchgeben

Synoniemen voor "durchgeben":