Pack: vertaling Duits

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

Pack:
- kull; ruvning; liggning på ägg
- avskum
Wiktionary:
- Pack → packe, pack

Zweeds naar Duits: Meer gegevens...

pack:
- Canaille; Pöbel; Sippschaft; Lumpengesindel; Geschirr; Gesindel; Angelgerät; Gelichter; Plebs; Gezücht
Wiktionary:
- pack → Pack, Kanaille, Janhagel, Höcker, Gesocks, Gesindel, Chor, Bagage

Duits

Uitgebreide vertaling voor Pack (Duits) in het Zweeds

Pack:

Pack [der ~] zelfstandig naamwoord

der Pack (Brut; Zeug; Gesindel; Sippschaft; Kanaille; Plebs; Pöbel; Gelichter; Lumpengesindel)
kull; ruvning; liggning på ägg
- kull [-en] zelfstandig naamwoord
- ruvning zelfstandig naamwoord
- liggning på ägg zelfstandig naamwoord

Pack [das ~] zelfstandig naamwoord

Pack (Lumpengesindel; Brut; Pöbel; Gesindel; Sippschaft; Kanaille)
avskum
- avskum [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Pack:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
avskum	Brut; Gesindel; Kanaille; Lumpengesindel; Pack; Pöbel; Sippschaft	Abschaum; Ausschuß; Auswurf; Schund
kull	Brut; Gelichter; Gesindel; Kanaille; Lumpengesindel; Pack; Plebs; Pöbel; Sippschaft; Zeug
liggning på ägg	Brut; Gelichter; Gesindel; Kanaille; Lumpengesindel; Pack; Plebs; Pöbel; Sippschaft; Zeug
ruvning	Brut; Gelichter; Gesindel; Kanaille; Lumpengesindel; Pack; Plebs; Pöbel; Sippschaft; Zeug	Brut; Gezücht; Sprößlinge

Synoniemen voor "Pack":

Herde; Horde; Meute; Rudel; Schar; Schwarm; Trupp; Bündelung; Clusterung; Gruppierung
Abschaum; Ganoven; Gesindel; Mob; Plebs; Pöbel

Wiktionary: Pack

Pack

noun

das Bündel, etwas Gepacktes, Zusammengepacktes
- Pack → packe; pack
abwertend: heruntergekommene, (teils kriminelle) Menschen; Gesindel
- Pack → pack

Verwante vertalingen van Pack

mit Sack und Pack

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor Pack (Zweeds) in het Duits

pack:

pack [-ett] zelfstandig naamwoord

pack (pöbel; slödder; patrask)
die Canaille; der Pöbel
- Canaille [die ~] zelfstandig naamwoord
- Pöbel [der ~] zelfstandig naamwoord
pack (slödder; patrask)
die Sippschaft; Lumpengesindel; der Pöbel; Geschirr; Gesindel; Angelgerät; Gelichter; der Plebs; Gezücht
- Sippschaft [die ~] zelfstandig naamwoord
- Lumpengesindel [das ~] zelfstandig naamwoord
- Pöbel [der ~] zelfstandig naamwoord
- Geschirr [das ~] zelfstandig naamwoord
- Gesindel [das ~] zelfstandig naamwoord
- Angelgerät [das ~] zelfstandig naamwoord
- Gelichter [das ~] zelfstandig naamwoord
- Plebs [der ~] zelfstandig naamwoord
- Gezücht [das ~] zelfstandig naamwoord
pack (slödder; patrask)
Gesindel
- Gesindel [das ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor pack:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Angelgerät	pack; patrask; slödder	fiskedon; fiskerod; fiskredskap
Canaille	pack; patrask; pöbel; slödder
Gelichter	pack; patrask; slödder	kull; liggning på ägg; ruvning
Geschirr	pack; patrask; slödder	diska; farkost; fartyg; kärl; köksutrustning; porslin; skepp; större båt
Gesindel	pack; patrask; slödder	avskum; kull; liggning på ägg; ohyra; parasit; ruvning; skadedjur; slödder
Gezücht	pack; patrask; slödder	avelsgård; djuruppfödningsgård; ruvning; uppviglare
Lumpengesindel	pack; patrask; slödder	avskum; kull; liggning på ägg; ruvning; slödder
Plebs	pack; patrask; slödder	kull; liggning på ägg; ruvning
Pöbel	pack; patrask; pöbel; slödder	avskum; grymtning; kull; liggning på ägg; morrning; ruvning; slödder
Sippschaft	pack; patrask; slödder	avskum; familj; hushåll; kull; kärnfamilj; liggning på ägg; ruvning

Synoniemen voor "pack":

drägg; slödder

Wiktionary: pack

pack

noun

das Bündel, etwas Gepacktes, Zusammengepacktes
- Pack → packe; pack
abwertend: heruntergekommene, (teils kriminelle) Menschen; Gesindel
- Pack → pack
kein Plural, veraltet: Menschenmenge aus heruntergekommenen oder zwielichtigen Personen
- Kanaille → kanalje; pack; slödder
abwertend: unterste Gesellschaftsschicht
- Janhagel → pack; pöbel
Papp-Palette zur Lagerung und zum Transport von Eiern
- Höcker → pack
umgangssprachlich: abwertende Beleidigung für Menschen, denen man nicht traut
- Gesocks → slödder; pack
abwertend: heruntergekommene, kriminelle Menschen
- Gesindel → slödder; pack
landschaftlich, abwertend, nur Singular: Gesindel, Pack
- Chor → slödder; pack
Gruppe von Personen, die wenig geschätzt werden
- Bagage → pack; slödder, (Ü); bagage

Duitse en Zweedse zoekresultaten voor: Pack

Uitgebreide vertaling voor Pack (Duits) in het Zweeds

Pack:

Pack [der ~] zelfstandig naamwoord

der Pack (Brut; Zeug; Gesindel; Sippschaft; Kanaille; Plebs; Pöbel; Gelichter; Lumpengesindel)

Pack [das ~] zelfstandig naamwoord

Pack (Lumpengesindel; Brut; Pöbel; Gesindel; Sippschaft; Kanaille)

Vertaal Matrix voor Pack:

Synoniemen voor "Pack":

Wiktionary: Pack

Verwante vertalingen van Pack

Uitgebreide vertaling voor Pack (Zweeds) in het Duits

pack:

pack [-ett] zelfstandig naamwoord

pack (pöbel; slödder; patrask)

pack (slödder; patrask)

pack (slödder; patrask)

Vertaal Matrix voor pack:

Synoniemen voor "pack":

Wiktionary: pack