Duits
Uitgebreide vertaling voor Geschmier (Duits) in het Zweeds
Geschmier:
-
Geschmier (Schmiererei; Sauerei)
-
Geschmier (Gestümper; Gepfusche)
schabbelande-
schabbelande zelfstandig naamwoord
-
-
Geschmier
förtalning-
förtalning zelfstandig naamwoord
-
Vertaal Matrix voor Geschmier:
| Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| förtalning | Geschmier | Sprachverstoß |
| röra | Geschmier; Sauerei; Schmiererei | Anhäufung; Aufhäufung; Ausschußware; Chaos; Dichtung; Durcheinander; Eintopf; Eintopfgericht; Gepfusche; Gequake; Geschmiere; Gesudel; Horde; Kram; Mischfutter; Mischmasch; Pfuscherei; Plunder; Rommel; Sammelsurium; Sauwirtschaft; Schar; Schererei; Schmiererei; Schrott; Schund; Schutthaufen; Schweinerei; Sudelei; Trümmerhaufen; Wirrwarr; Zusammengekochte; Zusammengeraffte |
| schabbelande | Gepfusche; Geschmier; Gestümper | Gepfusche; Gestümper |
| Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| röra | Belange haben; angehen; anrühren; anstiften; antun; antupfen; aufschüren; aufwiegeln; berühren; betreffen; bewegen; erregen; gehen; gehen um; leicht berühren; mischen; rühren; sich aufmachen; sitzen an; streifen; tippen; touchieren; treffen; tupfen; wegbegeben |