Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Vertaal Schlucker

Vertaal Schlucker van Duits naar Zweeds

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

Schlucker:
- åskvigg; blixt; arm; olycklig; vrak; stackare; sväljare

Duits

Uitgebreide vertaling voor Schlucker (Duits) in het Zweeds

Schlucker:

Schlucker [der ~] zelfstandig naamwoord

der Schlucker (Blitz; Schlag; Strahl)
åskvigg; blixt
- åskvigg zelfstandig naamwoord
- blixt [-en] zelfstandig naamwoord
der Schlucker (unglückliche; Ärmste)
arm; olycklig; vrak
- arm [-en] zelfstandig naamwoord
- olycklig zelfstandig naamwoord
- vrak [-ett] zelfstandig naamwoord
der Schlucker (arme Schlucker)
stackare
- stackare zelfstandig naamwoord
der Schlucker (Verschlinger)
sväljare
- sväljare zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Schlucker:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
arm	Schlucker; unglückliche; Ärmste
blixt	Blitz; Schlag; Schlucker; Strahl	Blitz; Blitzlampe; Blitzlicht; Lichtsignal; Lichtzeichen; Pfeil; Strahl
olycklig	Schlucker; unglückliche; Ärmste
stackare	Schlucker; arme Schlucker	Schafsköpfe; Stümper; armer Schlucker
sväljare	Schlucker; Verschlinger
vrak	Schlucker; unglückliche; Ärmste	Ferkel; Ruine; Schiffbrüche; Schmierfink; Schmutzfink; Trümmerhaufen
åskvigg	Blitz; Schlag; Schlucker; Strahl	Türriegel
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
olycklig		glücklos; katastrophal; trübselig; trübsinnig; unglücklich; unglückselig; unheilvoll; unselig; verkehrt

Synoniemen voor "Schlucker":

Alki; Alkoholiker; Alkoholkranker; Gamma-Trinker; Schluckspecht; Säufer; Trinker; Trunkenbold; Trunksüchtiger; Zecher; Charakter; Einzelwesen; Individuum; Mensch; Person; Persönlichkeit; Subjekt; Typ

Verwante vertalingen van Schlucker