Engels

Uitgebreide synoniemen voor asshole in het Engels

asshole:

asshole [the ~] zelfstandig naamwoord !

  1. the asshole
    – vulgar slang for anus 1
    the scoundrel; the dickhead; the piece of shit; the shithead
    the asshole
    – vulgar slang for anus 1
    • asshole [the ~] zelfstandig naamwoord !
    the prick
    – obscene terms for penis 1
    • prick [the ~] zelfstandig naamwoord !
    the bastard
    – the illegitimate offspring of unmarried parents 1
    • bastard [the ~] zelfstandig naamwoord !
    the shit
    – obscene words for unacceptable behavior 1
    • shit [the ~] zelfstandig naamwoord !
  2. the asshole
    – vulgar slang for anus 1
    the asshole; the arse; the arsehole; the bunghole
    – vulgar slang for anus 1
    • asshole [the ~] zelfstandig naamwoord
    • arse [the ~] zelfstandig naamwoord
    • arsehole [the ~] zelfstandig naamwoord
    • bunghole [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. the asshole
    the asshole; the shithead; the jerk; the bastard
    • asshole [the ~] zelfstandig naamwoord !
    • shithead [the ~] zelfstandig naamwoord !
    • jerk [the ~] zelfstandig naamwoord
    • bastard [the ~] zelfstandig naamwoord
  4. the asshole
    the asshole; the son-of-a-bitch; the dirty bastard
  5. the asshole
    the asshole
    • asshole [the ~] zelfstandig naamwoord !
  6. the asshole
    the asshole; the scoundrel; the wretch; the rotter; the wretched fellow; the nasty piece of work

Verwante woorden van "asshole":

  • assholes

Verwante definities voor "asshole":

  1. vulgar slang for anus1