Engels

Uitgebreide synoniemen voor gentility in het Engels

gentility:

gentility [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the gentility
    the decency; the propriety; the gentility; the respectability; the seemliness; the becomingness
  2. the gentility
    – elegance by virtue of fineness of manner and expression 1
    the breeding; the gentility; the genteelness
    – elegance by virtue of fineness of manner and expression 1

Alternatieve synoniemen voor "gentility":


Verwante definities voor "gentility":

  1. elegance by virtue of fineness of manner and expression1