Overzicht
Engels Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. minus:


Engels

Uitgebreide synoniemen voor minus in het Engels

minus:

minus bijvoeglijk naamwoord

  1. minus
    minus
    • minus bijvoeglijk naamwoord
  2. minus
    – involving disadvantage or harm 1
    negative; minus
    – involving disadvantage or harm 1
    • negative bijvoeglijk naamwoord
      • minus (or negative) factors1
    • minus bijvoeglijk naamwoord
      • minus (or negative) factors1
  3. minus
    – on the negative side or lower end of a scale 1
    minus
    – on the negative side or lower end of a scale 1
    • minus bijvoeglijk naamwoord
      • minus 5 degrees1
      • a grade of B minus1

minus [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the minus
    the minus sign; the minus
    • minus sign [the ~] zelfstandig naamwoord
    • minus [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. the minus
    – an arithmetic operation in which the difference between two numbers is calculated 1
    the subtraction; the minus
    – an arithmetic operation in which the difference between two numbers is calculated 1
    • subtraction [the ~] zelfstandig naamwoord
      • the subtraction of three from four leaves one1
    • minus [the ~] zelfstandig naamwoord
      • four minus three equals one1

Verwante woorden van "minus":

  • minuses

Alternatieve synoniemen voor "minus":


Antoniemen van "minus":


Verwante definities voor "minus":

  1. involving disadvantage or harm1
    • minus (or negative) factors1
  2. on the negative side or lower end of a scale1
    • minus 5 degrees1
    • a grade of B minus1
  3. an arithmetic operation in which the difference between two numbers is calculated1
    • four minus three equals one1

Verwante synoniemen voor minus