Engels

Uitgebreide synoniemen voor novice in het Engels

novice:

novice [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the novice
    the novice; the rookie; the greenhorn
    • novice [the ~] zelfstandig naamwoord
    • rookie [the ~] zelfstandig naamwoord
    • greenhorn [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. the novice
    the newcomer; the novice; the freshman; the rookie; the beginner; the greenhorn; the fresh man
    • newcomer [the ~] zelfstandig naamwoord
    • novice [the ~] zelfstandig naamwoord
    • freshman [the ~] zelfstandig naamwoord
    • rookie [the ~] zelfstandig naamwoord
    • beginner [the ~] zelfstandig naamwoord
    • greenhorn [the ~] zelfstandig naamwoord
    • fresh man [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. the novice
    the novice; the greenhorn
    • novice [the ~] zelfstandig naamwoord
    • greenhorn [the ~] zelfstandig naamwoord
  4. the novice
    the coward; the rookie; the chicken; the freshman; the greenhorn; the poltroon; the novice; the dogs and cats; the hare's foot
  5. the novice
    – someone new to a field or activity 1
    the initiate; the novice; the beginner; the tiro; the tyro
    – someone new to a field or activity 1
    • initiate [the ~] zelfstandig naamwoord
    • novice [the ~] zelfstandig naamwoord
    • beginner [the ~] zelfstandig naamwoord
    • tiro [the ~] zelfstandig naamwoord, Amerikaans
    • tyro [the ~] zelfstandig naamwoord, Brits
  6. the novice
    – someone who has entered a religious order but has not taken final vows 1
    the novice; the novitiate
    – someone who has entered a religious order but has not taken final vows 1
    • novice [the ~] zelfstandig naamwoord
    • novitiate [the ~] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "novice":

  • novices

Alternatieve synoniemen voor "novice":


Verwante definities voor "novice":

  1. someone new to a field or activity1
  2. someone who has entered a religious order but has not taken final vows1