Engels

Uitgebreide synoniemen voor pissed in het Engels

pissed:

pissed bijvoeglijk naamwoord

  1. pissed
    drunk; drunken; intoxicated; tipsy; pissed; tight
  2. pissed
    drunken; thoroughly plastered; as tight as a drum; completely drunk; soaked; dead drunk; pissed
  3. pissed
    – very drunk 1
    soaked; loaded; pissed; smashed; plastered; blind drunk; pie-eyed; crocked; blotto; sloshed; pixilated; fuddled; cockeyed; besotted; slopped
    – very drunk 1

Verwante woorden van "pissed":


Alternatieve synoniemen voor "pissed":


Verwante definities voor "pissed":

  1. very drunk1

pissed vorm van piss:

piss [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the piss
    the urine; the piss
    • urine [the ~] zelfstandig naamwoord
    • piss [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. the piss
    – informal terms for urination 1
    the pee; the piss; the pissing; the peeing
    – informal terms for urination 1
    • pee [the ~] zelfstandig naamwoord
      • he took a pee1
    • piss [the ~] zelfstandig naamwoord
    • pissing [the ~] zelfstandig naamwoord
    • peeing [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. the piss
    – liquid excretory product 1
    the water; the pee; the piss; the urine; the weewee; the piddle
    – liquid excretory product 1
    • water [the ~] zelfstandig naamwoord
      • the child had to make water1
    • pee [the ~] zelfstandig naamwoord
    • piss [the ~] zelfstandig naamwoord
    • urine [the ~] zelfstandig naamwoord
      • there was blood in his urine1
    • weewee [the ~] zelfstandig naamwoord
    • piddle [the ~] zelfstandig naamwoord

piss

  1. piss

Verwante woorden van "piss":


Alternatieve synoniemen voor "piss":


Verwante definities voor "piss":

  1. informal terms for urination1
  2. liquid excretory product1

Verwante synoniemen voor pissed