Engels

Uitgebreide synoniemen voor snotty in het Engels

snotty:

snotty bijvoeglijk naamwoord

  1. snotty
    snivelling; snotty
  2. snotty
    – dirty with nasal discharge 1
    snotty; snot-nosed
    – dirty with nasal discharge 1
    • snotty bijvoeglijk naamwoord
      • a snotty nose1
    • snot-nosed bijvoeglijk naamwoord
      • a house full of snot-nosed kids1
  3. snotty
    – (used colloquially) overly conceited or arrogant 1
    snooty; stuck-up; snotty; snot-nosed; bigheaded; too big for one's breeches; persnickety; uppish
    – (used colloquially) overly conceited or arrogant 1
    • snooty bijvoeglijk naamwoord
    • stuck-up bijvoeglijk naamwoord
      • they're snobs--stuck-up and uppity and persnickety1
    • snotty bijvoeglijk naamwoord
      • a snotty little scion of a degenerate family1
    • snot-nosed bijvoeglijk naamwoord
    • bigheaded bijvoeglijk naamwoord
    • too big for one's breeches bijvoeglijk naamwoord
    • persnickety bijvoeglijk naamwoord
      • they're snobs--stuck-up and uppity and persnickety1
    • uppish bijvoeglijk naamwoord

snotty

  1. snotty

Verwante woorden van "snotty":

  • snottiness, snottier, snottiest

Alternatieve synoniemen voor "snotty":


Verwante definities voor "snotty":

  1. dirty with nasal discharge1
    • a snotty nose1
  2. (used colloquially) overly conceited or arrogant1
    • a snotty little scion of a degenerate family1

Verwante synoniemen voor snotty