Engels

Uitgebreide synoniemen voor squealers in het Engels

squealers:

squealers [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the squealers
    the snitchers; the informers; the squealers; the stoolpigeons

Verwante woorden van "squealers":


squealer:

squealer [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the squealer
    the squealer; the tell-tale; the squeaker; the informer
  2. the squealer
    the traitor; the betrayer; the squealer; the villain; the squeaker; the traitress
  3. the squealer
    the whiner; the squealer; the whimperer
    • whiner [the ~] zelfstandig naamwoord
    • squealer [the ~] zelfstandig naamwoord
    • whimperer [the ~] zelfstandig naamwoord
  4. the squealer
    – domestic swine 1
    the hog; the pig; the squealer; the hogg; the Sus scrofa; the grunter
    – domestic swine 1
    • hog [the ~] zelfstandig naamwoord, Amerikaans
    • pig [the ~] zelfstandig naamwoord
    • squealer [the ~] zelfstandig naamwoord
    • hogg [the ~] zelfstandig naamwoord, Brits
    • Sus scrofa [the ~] zelfstandig naamwoord
    • grunter [the ~] zelfstandig naamwoord
  5. the squealer
    – one who reveals confidential information in return for money 1
    the rat; the informer; the betrayer; the squealer; the blabber
    – one who reveals confidential information in return for money 1
    • rat [the ~] zelfstandig naamwoord
    • informer [the ~] zelfstandig naamwoord
    • betrayer [the ~] zelfstandig naamwoord
    • squealer [the ~] zelfstandig naamwoord
    • blabber [the ~] zelfstandig naamwoord

squealer

  1. squealer

Verwante woorden van "squealer":


Alternatieve synoniemen voor "squealer":


Verwante definities voor "squealer":

  1. domestic swine1
  2. one who reveals confidential information in return for money1