Overzicht
Engels Synoniemen: Meer gegevens...
- toughen:
-
tough:
- difficult; tough; awkward; burdensome; hard; heavy; massive; stiff; forceful; vigorous; drastic; strong; stout; powerful; robust; energetically; energetic; potent; aggravating; incriminating; tricky; rigid; tenacious; obstinate; cross-grained; persevering; stubborn; recalcitrant; heady; pig-headed; tacky; viscous; persistent; rebellious; tedious; boring; grumpy; refractory; sullen; unrelenting; unyielding; mindless; stupefied; dull; stern; surly; leathery; headstrong; sinewy; stringy; bad; sturdy; elusive; problematic; knotty; problematical; baffling; rugged; toughened; ruffianly
- thug; brute; ruffian; tough; madman; bully; rowdy; hooligan; yobbo; roughneck; yobo; yob; hood; punk; hoodlum; strong-armer; toughie; goon; street fighter
- tough; hardy; hard to kill; strenuous; persistent; persevering; with staying power
Engels
Uitgebreide synoniemen voor toughen in het Engels
toughen:
-
to toughen
-
to toughen
– make tough or tougher 1
Conjugations for toughen:
present
- toughen
- toughen
- toughens
- toughen
- toughen
- toughen
simple past
- toughened
- toughened
- toughened
- toughened
- toughened
- toughened
present perfect
- have toughened
- have toughened
- has toughened
- have toughened
- have toughened
- have toughened
past continuous
- was toughening
- were toughening
- was toughening
- were toughening
- were toughening
- were toughening
future
- shall toughen
- will toughen
- will toughen
- shall toughen
- will toughen
- will toughen
continuous present
- am toughening
- are toughening
- is toughening
- are toughening
- are toughening
- are toughening
subjunctive
- be toughened
- be toughened
- be toughened
- be toughened
- be toughened
- be toughened
diverse
- toughen!
- let's toughen!
- toughened
- toughening
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Verwante woorden van "toughen":
Alternatieve synoniemen voor "toughen":
Verwante definities voor "toughen":
toughen vorm van tough:
-
tough
-
tough
-
tough
vigorous; tough; drastic; strong; stout; powerful; robust; forceful; energetically; energetic; potent-
vigorous bijvoeglijk naamwoord
-
tough bijvoeglijk naamwoord
-
drastic bijvoeglijk naamwoord
-
strong bijvoeglijk naamwoord
-
stout bijvoeglijk naamwoord
-
powerful bijvoeglijk naamwoord
-
robust bijvoeglijk naamwoord
-
forceful bijvoeglijk naamwoord
-
energetically bijwoord
-
energetic bijvoeglijk naamwoord
-
potent bijvoeglijk naamwoord
-
-
tough
aggravating; tough; incriminating; tricky-
aggravating bijvoeglijk naamwoord
-
tough bijvoeglijk naamwoord
-
incriminating bijvoeglijk naamwoord
-
tricky bijvoeglijk naamwoord
-
-
tough
-
tough
tenacious; obstinate; cross-grained; persevering; stubborn; recalcitrant; heady; pig-headed; tacky; viscous; persistent; rebellious; tedious; boring; grumpy; refractory; sullen; unrelenting; unyielding; mindless; stupefied; dull; stern; surly; leathery; headstrong; tough-
tenacious bijvoeglijk naamwoord
-
obstinate bijvoeglijk naamwoord
-
cross-grained bijvoeglijk naamwoord
-
persevering bijvoeglijk naamwoord
-
stubborn bijvoeglijk naamwoord
-
recalcitrant bijvoeglijk naamwoord
-
heady bijvoeglijk naamwoord
-
pig-headed bijvoeglijk naamwoord
-
tacky bijvoeglijk naamwoord
-
viscous bijvoeglijk naamwoord
-
persistent bijvoeglijk naamwoord
-
rebellious bijvoeglijk naamwoord
-
tedious bijvoeglijk naamwoord
-
boring bijvoeglijk naamwoord
-
grumpy bijvoeglijk naamwoord
-
refractory bijvoeglijk naamwoord
-
sullen bijvoeglijk naamwoord
-
unrelenting bijvoeglijk naamwoord
-
unyielding bijvoeglijk naamwoord
-
mindless bijvoeglijk naamwoord
-
stupefied bijvoeglijk naamwoord
-
dull bijvoeglijk naamwoord
-
stern bijvoeglijk naamwoord
-
surly bijvoeglijk naamwoord
-
leathery bijvoeglijk naamwoord
-
headstrong bijvoeglijk naamwoord
-
tough bijvoeglijk naamwoord
-
-
tough
-
tough
– feeling physical discomfort or pain (`tough' is occasionally used colloquially for `bad') 1 -
tough
– substantially made or constructed 1 -
tough
– making great mental demands; hard to comprehend or solve or believe 1tough; elusive; problematic; knotty; problematical; baffling– making great mental demands; hard to comprehend or solve or believe 1-
tough bijvoeglijk naamwoord
-
elusive bijvoeglijk naamwoord
-
problematic bijvoeglijk naamwoord
-
knotty bijvoeglijk naamwoord
-
problematical bijvoeglijk naamwoord
-
baffling bijvoeglijk naamwoord
-
-
tough
– very difficult; severely testing stamina or resolution 1 -
tough
– unfortunate or hard to bear 1 -
tough
– resistant to cutting or chewing 1 -
tough
– physically toughened 1 -
tough
– not given to gentleness or sentimentality 1 -
tough
– violent and lawless 1
-
the tough
-
the tough
– a cruel and brutal fellow 1 -
the tough
– an aggressive and violent young criminal 1 -
the tough
– someone who learned to fight in the streets rather than being formally trained in the sport of boxing 1the tough; the street fighter– someone who learned to fight in the streets rather than being formally trained in the sport of boxing 1
-
tough
-
tough
-
tough
-
tough