Engels

Uitgebreide vertaling voor emitted (Engels) in het Nederlands

emitted:

emitted bijvoeglijk naamwoord

  1. emitted (expelled; thrown out)
    geëmitteerd; uitgestoten; uitgeworpen; in de atmosfeer gebracht

Vertaal Matrix voor emitted:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
uitgestoten emitted; expelled; thrown out disowned; repudiated
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
geëmitteerd emitted; expelled; thrown out
in de atmosfeer gebracht emitted; expelled; thrown out
uitgeworpen emitted; expelled; thrown out

emit:

to emit werkwoord (emits, emitted, emitting)

  1. to emit (emanate; exude; send out)
    uitstralen; zenden; uitzenden; rondstralen
    • uitstralen werkwoord (straal uit, straalt uit, straalde uit, straalden uit, uitgestraald)
    • zenden werkwoord (zend, zendt, zond, zonden, gezonden)
    • uitzenden werkwoord (zend uit, zendt uit, zond uit, zonden uit, uitgezonden)
    • rondstralen werkwoord
  2. to emit
    emitteren
    • emitteren werkwoord (emitteer, emitteert, emitteerde, emitteerden, geëmitteer)
  3. to emit (radiate; emanate)
    straling uitzenden
    • straling uitzenden werkwoord (zend straling uit, zendt straling uit, zond straling uit, zonden straling uit, straling uitgezonden)

Conjugations for emit:

present
  1. emit
  2. emit
  3. emits
  4. emit
  5. emit
  6. emit
simple past
  1. emitted
  2. emitted
  3. emitted
  4. emitted
  5. emitted
  6. emitted
present perfect
  1. have emitted
  2. have emitted
  3. has emitted
  4. have emitted
  5. have emitted
  6. have emitted
past continuous
  1. was emitting
  2. were emitting
  3. was emitting
  4. were emitting
  5. were emitting
  6. were emitting
future
  1. shall emit
  2. will emit
  3. will emit
  4. shall emit
  5. will emit
  6. will emit
continuous present
  1. am emitting
  2. are emitting
  3. is emitting
  4. are emitting
  5. are emitting
  6. are emitting
subjunctive
  1. be emitted
  2. be emitted
  3. be emitted
  4. be emitted
  5. be emitted
  6. be emitted
diverse
  1. emit!
  2. let's emit!
  3. emitted
  4. emitting
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor emit:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
emitteren emit
rondstralen emanate; emit; exude; send out
straling uitzenden emanate; emit; radiate
uitstralen emanate; emit; exude; send out
uitzenden emanate; emit; exude; send out broadcast; cast around; disperse; employ; hire; scatter; set to work; sow; spread; sprinkle; strew about; toss about
zenden emanate; emit; exude; send out be at the wheel; drive; forward; mail; remit; send; send to; ship; steer; supply
- breathe; give off; give out; let loose; let out; pass off; utter
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- give; irradiate; radiate; send forth

Synoniemen voor "emit":


Antoniemen van "emit":


Verwante definities voor "emit":

  1. expel (gases or odors)1
  2. express audibly; utter sounds (not necessarily words)1
  3. give off, send forth, or discharge; as of light, heat, or radiation, vapor, etc.1

Wiktionary: emit

emit
verb
  1. to send out or give off
emit
verb
  1. intr|nld als stralen uitgaan van
  2. straling uitzenden