Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. footstool:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor footstool (Engels) in het Nederlands

footstool:

footstool [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the footstool (stool; tabouret; taboret)
    de kruk; het pianokrukje; de poef; het krukje; de taboeret
    • kruk [de ~] zelfstandig naamwoord
    • pianokrukje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • poef [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • krukje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • taboeret [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. the footstool (foot-rest)
    het voetbankje
  3. the footstool (footrest; foot-rest)
    voetenplank

Vertaal Matrix voor footstool:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kruk footstool; stool; taboret; tabouret bungler; crank; door handle; door-latch; handle; muddler; pump handle; sad sack
krukje footstool; stool; taboret; tabouret
pianokrukje footstool; stool; taboret; tabouret
poef footstool; stool; taboret; tabouret
taboeret footstool; stool; taboret; tabouret
voetbankje foot-rest; footstool
voetenplank foot-rest; footrest; footstool
- footrest; ottoman; tuffet

Verwante woorden van "footstool":

  • footstools

Synoniemen voor "footstool":


Verwante definities voor "footstool":

  1. a low seat or a stool to rest the feet of a seated person1

Wiktionary: footstool

footstool
noun
  1. a low stool
footstool
noun
  1. een laag bankje of krukje bedoeld om de voet op te laten rusten

Cross Translation:
FromToVia
footstool voetenplank repose-pied — Siège bas pour poser le pied