Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. fridges:
  2. fridge:
  3. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor fridges (Engels) in het Nederlands

fridges:

fridges [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the fridges (refrigerators)
    de koelkasten; de ijskasten

Vertaal Matrix voor fridges:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ijskasten fridges; refrigerators
koelkasten fridges; refrigerators

Verwante woorden van "fridges":


fridge:

fridge [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the fridge (refrigerator)
    de koelkast; de ijskast
    • koelkast [de ~] zelfstandig naamwoord
    • ijskast [de ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor fridge:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ijskast fridge; refrigerator
koelkast fridge; refrigerator
- electric refrigerator

Verwante woorden van "fridge":


Synoniemen voor "fridge":


Verwante definities voor "fridge":

  1. a refrigerator in which the coolant is pumped around by an electric motor1

Wiktionary: fridge

fridge
noun
  1. elektronica|nld een kast die voorzien is van een koelinstallatie, waarin men goederen kan plaatsen die koel moeten blijven

Cross Translation:
FromToVia
fridge koelkast KühlschrankHaushaltsgerät: schrankförmiges Behältnis zur Kühlung und Aufbewahrung von leicht verderblichen Lebensmitteln
fridge koelbox glacière — (vieilli) Grand creux fait en terre, ordinairement maçonné, voûté et recouvert de terre et de paille, dans lequel on conserver de la glace ou de la neige, pour rafraîchir les boissons, pour faire des glaces, etc.
fridge koelkast réfrigérateurarmoire permettant de conserver les aliments à une température proche de 0°C.