Overzicht
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
-
half-time:
-
Wiktionary:
half-time → rust -
Synoniemen voor "halftime":
pause; intermission; break; interruption; suspension -
Synoniemen voor "half-time":
part-time; parttime
part-time
-
Wiktionary:
Engels
Uitgebreide vertaling voor half-time (Engels) in het Nederlands
half-time: (*Woord en zin splitter gebruikt)
- half: half; tweede; helft; middenspeler; halfspeler
- time: tijd; keer; maal; periode; termijn; tijdsduur; tijdsbestek; klokken; timen; de tijd opnemen; tijdruimte
halftime:
Synoniemen voor "halftime":
Verwante definities voor "halftime":
half-time:
Vertaal Matrix voor half-time:
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | part-time |